Eind dit jaar worden frequenties geveild om geavanceerde datadiensten via de ether aan te bieden. Hoe snel dit een succes wordt, is echter onduidelijk zolang er geen ontvangstapparatuur wordt verkocht. De gebruikers wachten met aanschaf van de apparatuur tot blijkt wat de toegevoegde waarde van de diensten is. Het ministerie van V&W wil deze kip/ei-situatie snel doorbreken.
Digitale uitzendingen springen veel efficiënter om met de schaarse frequentieruimte dan analoge radio. Zo gebruikt bijvoorbeeld Radio 1 op dit moment voor zijn landelijke dekking vijf FM-frequenties. Die frequentieruimte is voldoende voor 50 landelijke T-DAB-zenders.
Op 11 april organiseert het ministerie een voorlichtingssymposium voor de ICT-sector over de mogelijkheden van T-DAB. In mei volgen dan workshops waarin technici uit specifieke industrietakken kunnen experimenteren met de nieuwe technieken.
Nederland loopt in Europa achter met de toepassing van T-DAB. In de ons omringende landen is de dienstverlening al langer in gebruik. Zo bleek in Engeland dat geen consument een digitale ontvanger van vijfhonderd pond wilde kopen als dezelfde zenders ook op een analoge radio te beluisteren waren. Nu T-DAB ook iets extra’s biedt in de vorm van nieuwe zenders en datadiensten zoals bijvoorbeeld de digitale verspreiding van de Daily Telegraph, neemt het aantal DAB-ontvangers daar snel toe. (tdo)
