Het Commissariaat voor de Media heeft waardering voor de ambitie waarmee de NOS de komende tien jaar uitvoering wil geven aan haar wettelijke taakopdracht, maar stelt op onderdelen vragen bij de financiële en organisatorische haalbaarheid van plannen en doelstellingen van de publieke omroep.
Dat schrijft het Commissariaat in een commentaar bij het concessiebeleidsplan van de landelijke publieke omroep ‘Verschil Maken’. Op basis van het concessiebeleidsplan moet de staatssecretaris besluiten de publieke omroep een concessie te verlenen voor een periode van tien jaar.
Het Commissariaat heeft het concessiebeleidsplan van de NOS beoordeeld aan de hand van de algemene taakopdracht en heeft de voorgenomen programmering getoetst aan de programmavoorschriften. Ook is gekeken naar de voorgestelde samenwerking tussen de omroepinstellingen en de inzet van mensen en middelen.
Doelstellingen en ambities
Het Commissariaat is van mening dat het concessiebeleidsplan wat doelstellingen en ambities betreft voldoet aan de vereisten voor het verkrijgen van een tienjarige concessie. Kort weergegeven stelt de NOS in het vooruitzicht dat programma’s gemaakt zullen worden van hoge kwaliteit die alle lagen van de bevolking zullen raken. Voor jongeren zullen speciale activiteiten worden ontwikkeld. Kleine doelgroepen zullen worden bediend en mannen en vrouwen en allochtonen en autochtonen zullen evenwichtig in de programmering vertegenwoordigd zijn. Sterk verschillende mens- en maatschappijvisies zullen aan bod komen en de omroep ziet voor zichzelf een belangrijke taak weggelegd om met nieuwe informatiediensten op internet het publiek in een periode vol technische verandering binnen te leiden.
Televisieprogrammering
De landelijke publieke omroep is onderworpen aan programmavoorschriften voor programma’s van culturele aard, kunst, informatie en educatie, amusement en minderhedenprogrammering. Het Commissariaat constateert dat de publieke omroep op basis van de plannen zeer wel in staat moet worden geacht om aan de voorschriften te voldoen. Hij acht het wel van groot belang dat er meer eenduidigheid komt in de classificatie van de programma’s. Vooral het onderscheid tussen de ‘programma’s van culturele aard’ en het amusement moet kristalhelder zijn, ook al omdat sponsoring van amusementsprogramma’s niet langer is toegestaan. Ook de categorieën educatie en minderhedenprogrammering zijn nog onvoldoende duidelijk omschreven.
Het Commissariaat wijst op het gevaar dat de specifieke taak van Educom om de educatieve programmering te verzorgen er niet toe mag leiden dat de overige omroepen zich niet inspannen om educatieve programma’s te brengen. De voorgenomen inspanningen komen in het concessiebeleidsplan nog onvoldoende uit de verf.
Ook de specifieke opdracht aan de NPS om een deel van de zendtijd te besteden aan minderheden- programmering mag er niet toe leiden dat de overige omroepen te weinig inspanningen leveren op dit terrein. Mochten de overige omroepen in gebreke blijven in het programmeren voor en door allochtone doelgroepen, dan stelt het Commissariaat voor om dit voorschrift over alle omroepen te verdelen.
Radioprogrammering
Het Commissariaat is van oordeel dat met de door de NOS geschetste zenderprofielen een juiste invulling wordt gegeven aan de wettelijke vereisten. Het Commissariaat geeft wel aan dat voorgenomen thema- en doelgroepzenders (voor klassieke muziek, migranten en jongeren bijvoorbeeld) niet ten koste mogen gaan van de kwaliteit van de programmering van de vijf radionetten en waarschuwt voor verdergaande popularisering van Radio 3FM en Radio 4 en de overbevolking van Radio 5, waar vanuit de nieuwsvoorziening, de opinievorming en de doelgroepen een erg groot beslag op wordt gedaan.
Non-commercialiteit
Het Commissariaat onderschrijft de uitgangspunten voor non-commercialiteit van de publieke omroep en de wens van de NOS om zeer terughoudend om te gaan met sponsoring en juicht het toe dat de Raad van Bestuur overeenkomsten tussen omroepen en derden op het gebied van sponsoring nauwgezet zal gaan toetsen.
Samenwerking
Het Commissariaat constateert dat de netprofilering en de samenwerking tussen de netbespelers van de grond begint te komen, maar dat de omroepen uiterst summier zijn in het beschrijven van de organisatorische en programmatische samenwerking nu en tijdens de erkenningsperiode. Ook valt op dat er nog veel onduidelijkheid bestaat over de organisatorische opzet en de verantwoordelijkheid voor voorgestelde themakanalen en internetactiviteiten. Vooral op internet zou de landelijke publieke omroep veel hechter moeten samenwerken met de regionale en lokale omroep.
Mensen en middelen
Het valt op dat de in het concessiebeleidsplan vermelde ambities een financiële onderbouwing ontberen. Daarvoor verwijst de NOS naar het financieel meerjarenplan. Opvallend is dat daarin veel nieuwe activiteiten en plannen incidenteel gefinancierd worden uit de algemene omroepreserve. Zeker gelet op de 10-jarige concessie vindt het Commissariaat het hoogst noodzakelijk om zo spoedig mogelijk inzicht te krijgen in de structurele financiering, vooral omdat voor internet, de themakanalen, maar ook voor de programmatische versterking en de eventuele uitbreiding van zendtijd van de kleine zendgemachtigden en aspirantomroepen flinke structurele uitgaven noodzakelijk zijn. Het Commissariaat mist de intentie bij de omroep om door verbetering van de efficiency, financiële ruimte te verkrijgen. (CvdM)