Het kabinet had de mogelijkheid moeten hebben om de veiling van frequenties voor mobiele telefonie, de zogeheten UMTS-veiling, op het laatste moment af te gelasten, toen bleek dat de markt wezenlijk veranderde.
Minister Zalm van Financiën zei maandag dat in de toekomst zo’n “noodrem” gebruikt zou kunnen worden, als blijkt dat de markt van de mobiele telefonie verandert. En dat was volgens staatssecretaris De Vries (Verkeer) het geval. Aanvankelijk zag het er naar uit dat er tien tot vijftien gegadigden waren voor de te verdelen frequenties voor de nieuwste vorm van mobiele telefonie. Er bleven vervolgens tien echte gegadigden over. Een aantal van hen trok zich terug of ging combinaties aan met andere gegadigden. Het gevolg: Zes partijen die boden op vijf pakketten.
De UMTS-veiling leverde in ons land bijna 6 miljard gulden op, maar gerekend was op 20 miljard. Dat viel fors tegen bij de bedragen die de overheid in Groot-Brittannië eerder binnen haalde uit de verkoop van frequenties, en ook bij de opbrengst die later werd gehaald in Duitsland. (Telegraaf)