Het kabinet heeft nog meer tijd nodig voordat besloten wordt hoe de commerciële radiofrequenties verdeeld worden. Vandaag heeft de ministerraad hierover nog geen besluit genomen; dat wordt nu 22 juni verwacht. De verantwoordelijke staatssecretarissen De Vries (Verkeer en Waterstaat) en Van der Ploeg (Media) gaan de komende twee weken verder met het uitzoeken van de juridische complicaties van het plan-Bouw en mogelijke alternatieve verdeelmethodes. Volgens het plan-Bouw kunnen zeven commerciële radiostations hun frequentie tegen betaling behouden. Drie nieuwkomers kunnen een frequentie via een veiling bemachtigen.
Het kabinet geeft de voorkeur aan veilen, maar vooral de coalitiefracties PvdA en D66 in de Tweede Kamer willen wel het plan-Bouw uitvoeren. Het kabinet heeft van deskundigen te horen gekregen dat aan dat plan te veel haken en ogen zitten, omdat bestaande radiostations bevoordeeld worden ten opzichte van nieuwkomers. Overleg tussen kabinet en coalitiefracties gedurende de afgelopen dagen leverde geen overeenstemming op.
Dit blijkt uit de volgende brief die staatsecretaris Monique de Vries aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft gestuurd:
BRIEF STAATSECRETARIS:
Bij brief van 31 mei 2001 heeft u het verzoek van de heer Atsma overgebracht de Kamer te informeren ter zake van de verdeling van de radiofrequenties. Meer in het bijzonder vroeg de Atsma “om de Kamer door middel van een brief te informeren over de uitwerking van de plannen van de commissie-Bouw, over de bezwaren tegen datgene wat de commissie-Bouw heeft geformuleerd en over eventuele alternatieven”. Daarnaast vroeg hij in te gaan op de consequenties in internationaal verband, als de streefdata voor de herplanning van de radiofrequenties niet zouden worden gehaald.
Op dit moment kan ik u als volgt informeren.
Als onderdeel van de uitwerking van de voorstellen van de commissie-Bouw vindt een analyse plaats van de juridische en veilingtechnische aspecten verbonden aan de voorstellen. De afgelopen periode heeft intensief overleg plaatsgevonden tussen specialisten binnen en buiten de overheid om invulling te geven aan de voorstellen; dit heeft geresulteerd in een serie juridische, veilingtechnische en financieel-economische analyses. Daarnaast hebben de NMA en de OPTA adviezen uitgebracht. Het uit de analyses en adviezen opdoemende beeld van de complicaties en de daaraan te verbinden conclusies heeft het onderzoek naar de wijze waarop de complicaties mogelijkerwijs kunnen worden gepareerd en naar eventuele varianten en alternatieven de afgelopen dagen strek geïntensiveerd. Dit onderzoek heeft nog niet tot conclusies en besluitvorming in de ministerraad geleid, aangezien het nog niet is afgerond. Naar verwachting zal op korte termijn een zodanig uitgekristallisseerd beeld beschikbaar zijn dat besluitvorming mogelijk is. Besluitvorming zal echter pas mogelijk zijn in de ministerraad van 22 juni a.s. aangezien de minister-president en de Minister van Financiën op 15 juni in het buitenland verblijven. Nadien zal ik u informeren over de conclusies en daarbij de onderliggende analyses en adviezen overleggen.
Hoogachtend,
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
drs J.M. de Vries.
