Een oplossing is nog niet in zicht. Staatssecretaris Van der Ploeg erkent de problemen rond de financiering van de lokale omroepen. Hij blijft echter weigeren om consequenties te trekken uit het feit dat nog geen derde van de middelen uit de omroepbijdrage terecht komt bij de omroepen waarvoor het bedoeld is. Dit staat in het antwoord van Van der Ploeg op de vragen gesteld door lid Halsema iz. de financiering van de lokale omroepen van 20 november 2001.
In plaats daarvan probeert hij het voor te stellen dat de zaak niet zo dramatisch is als uit het Olon onderzoek blijkt: veel gemeenten gaven al subsidies aan hun omroep, voordat er uberhaupt sprake was van de mogelijkheid voor lokale opslag.
De opslag was echter uitdrukkelijk bedoeld als aanvulling op deze reeds bestaande geldstromen, zowel kwalitatief (niet nog eens gratis huisvesting maar structureel 5 jaar inkomsten voor lokale omroepen uit de opslag) als kwantitatief (in 1997 was dat fl 2,- per huishouden extra inkomsten).
Het persbericht uit 1997 van de gemeente Heemskerk -de eerste gemeente die de opslag invoerde- spreekt duidelijke taal: “Met het heffen van deze omroepbijdrage wordt ertoe bijgedragen, dat de lokale publieke omroep in gelijke positie komt te verkeren als de landelijke en regionale publieke omroep. Als een lokale omroepen te veel afhankelijk wordt van eenzijdige commerciele inkomstenbronnen dreigt de publieke taak, het verzorgen van programma’s op het terrein van informatie, cultuur en educatie onder druk komen te staan.”
De staatssecretaris doet het nu ineens voorkomen alsof ook reguliere subsidiegelden op het conto geschreven mogen worden van de fiscalisering van omroepbijdrage. Hij kondigt zelfs aan dat dit in een onderzoek door Binnenlandse Zaken nog eens nader in kaart wordt gebracht. De Olon eist volledig betrokken te worden bij de opzet van dit aangekondigde onderzoek om te voorkomen dat ‘subsidie’ en ‘compensatie voor opslag’ op een hoop wordt gegooid.
Daarnaast mag dit onderzoek op geen enkele manier leiden tot het nog langer voortduren van de schade, die veel publieke lokale omroepen nu aantoonbaar en erkend leiden.
Deze week worden wederom in de Kamer twee moties in stemming gebracht die de financiering van de publieke lokale omroepen aan de orde stellen. De Olon hoopt van harte dat de Tweede Kamer beide moties aanneemt en dat daarmee eindelijk een eind komt aan het gesol met de financiering van lokale omroep.