Je schrijft een roman over de gevaren van het schrijverschap, de consequenties van menselijk denken, zeg maar het onbewuste bezweringsritueel dat het schrijversambacht eigenlijk is, maar het enige dat tot cultus wordt verheven is de zogenaamde ‘aanklacht’ tegen Hilversum, die eigenlijk niet meer is dan een zijtak van de kransslagader die door het boek kronkelt.
Het zijn vooral die radioperikelen in Maansverduistering (bij het radiominnende publiek vooral bekend als: De laatste deejay) die verblind worden door verkeerd gerichte spotlights. De mensen achter de belichting tasten volledig in het duister. Revolutionaire drang is nooit het motief geweest bij het componeren van mijn levensdroom.
De sensatiegeile mediawereld dacht deze rebellie er toch uit te moeten filteren. Met alle gevolgen van dien: nog geen drie dagen na de release van Maansverduistering openbaarde dé icoon uit het radiomausoleum, Willem van Kooten, alias Joost den Draaier, in VARA Laat dat hij zich met mijn ideeën identificeerde, wat hij bekrachtigde door te beweren dat diskjockeys heden ten dage nog slechts ‘lulhannesen’ zijn. Letterlijk zei hij: ‘Het zijn ‘disk’ jockeys. Ego’s die hun geldingsdrang slechts kwijt kunnen in telefoonspelletjes, sidekicks en door kwistig rond te strooien met niet te geloven prijzen.’
Vooral Ruud de Wild moest het ontgelden. Die reageerde een dag later furieus en riep vol overgave dat ‘die discussie’ zinloos was. Zo waren de uitlatingen van een fictief personage opeens ‘een discussie’. Nooit beseft dat een personage zoveel onrust kon veroorzaken. Fictie en werkelijkheid zijn altijd al moeilijk te hanteren begrippen geweest, maar Ruud en sidekick Jeroen Kijk in de Veghte scheurden alle registers open en maakten niet alleen mij, maar ook zichzelf volslagen belachelijk.
Hadden ze het boek gelezen, dan hadden ze ook begrepen dat mijn personage het uiteindelijk niet redt in de radiowereld. In plaats daarvan reageerden ze even ondoordacht en ridicuul als wanneer ik zou verkondigen dat Ruuds schilderijen een portret van een leven in de studio zouden zijn. Let wel: zou en zouden. Geen werkelijkheid dus. Ik zeg het er maar even bij.
Niet lang na die rel bij ruuddewild.nl werd ik gebeld door een vooraanstaande radiomaker die me toefluisterde dat radio wel degelijk zou terugkeren naar zijn roots: Personality FM. Als mijn roman daar inderdaad een bijdrage aan heeft kunnen leveren is dat een geweldige pre: radio gaat me immers aan het hart. Maar intussen lijkt de essentie van mijn roman nog steeds te vervliegen in de ether.
Maansverduistering is meer dan alleen wat venijnig schoppen naar radiodeejays. Het is een koelbloedige afrekening met Generatie NIX, een hit and run die zich afspeelt in 1992. Amsterdam is op sterven na dood, de herfst is gevallen en de dood ligt overal op de loer. Het decor wordt gevormd door het dan opkomende dance-imperium, XTC en een rusteloze wereld. Den hoofdpersoon stort zich van het ene melodrama in het andere om vervolgens in handen te vallen van clandestiene meisjes en gestoorde criminelen, voortdurend worstelend met de vraag of zijn leven luistert naar zijn vrije wil of naar zijn lotsbestemming.
Geloof me: heel die mediahype rondom ‘maansverduistering’ heeft mijn deejaycarrière een geweldige impuls gegeven. Het regent aanbiedingen. Men vindt het maar al te prachtig dat Hilversum een draai om zijn oren krijgt omwille van de inspiratieloze eenheidsworst die het produceert. Wel jammer echter, dat het ten koste van mijn boek moet gaan. Ik hoop dan ook dat de thematiek van mijn roman niet in de ruis van de sensatie opgaat. Dus, beste collega’s in Hilversum: lees wat er staat en oordeel niet op basis van wat je denkt te hebben gehoord. Of lees het niet, maar houd dan ook je mond. Er wordt inderdaad al genoeg gekakeld op de radio. Maar betrek daar de literatuur niet bij. Zo groot zijn jullie nu ook weer niet.