Rond 1995 besloot de Europese Commissie breedbeeld tot de toekomstige standaard voor televisie te bestempelen. Er kwam zelfs een actieplan met financiële ondersteuning. Programmamakers die gingen werken in het 16:9-formaat kregen financiële steun en ook de uitzendende omroep kon rekenen op een extra subsidie.
Inmiddels zijn we zo’n tien jaar verder en blijkt breedbeeld in Nederland nog lang niet overal ingevoerd te zijn. Hoeveel breedbeeldkijkers telt Nederland? En hoe spelen programmamakers en omroepen daarop in? Prioriteit of lange baan?
De techniek stond breedbeeld vroeger niet toe. Daarom waren fabrikanten gebonden aan het 4:3-formaat. Toen het technisch mogelijk werd om programma’s in het bredere formaat te maken en uit te zenden, bleken de bioscoopfilms beter tot hun recht te komen. Maar uitzenden in breedbeeldformaat levert nog meer voordelen op. Zo sluit het beter aan op het menselijk blikveld: het is een logischer formaat. Breedbeeld komt dichter bij de menselijke kijkhoek dan de oude manier van televisiekijken. Verder zou breedbeeld ruimtelijker en natuurlijker zijn en leiden tot een intensere beleving van het programma. Programmamakers vinden breedbeeld interessanter, zeker in combinatie met surround sound.
Geschikt
In Nederland is momenteel 30 procent van de televisietoestellen geschikt voor breedbeeldontvangst. De hoeveelheid programma’s die in dit formaat wordt uitgezonden, blijft daarbij achter: ongeveer 20 procent. Met name in België en het Verenigd Koninkrijk is men in televisieland al veel verder met deze ontwikkeling. Koploper Engeland zendt alle programma’s in breedbeeld uit, België is goede tweede en zendt vrijwel alles uit in dit formaat.
Financieel is het momenteel geen probleem meer om opnamen in breedbeeld te maken. De huidige camera’s zijn eenvoudig om te schakelen op het gewenste formaat. Het decor van programma’s die in breedbeeldformaat worden opgenomen, stelt misschien iets andere eisen, net als de belichting. Dat zijn echter geen kostenposten die breedbeeldopnamen substantieel duurder maken. Wat houdt omroepen in Nederland dan tegen om over te stappen op ‘de nieuwe standaard’?
Omscannen
Een belangrijk tegenargument is dat uitzenden in breedbeeld nog niet zoveel zin heeft, omdat nog lang niet alle huishoudens over een breedbeeldtelevisie beschikken. Bovendien zijn in het buitenland gekochte programma’s niet altijd in breedbeeldformaat gemaakt. Ook archiefmateriaal waarvan omroepen gebruik maken, heeft het 4:3-formaat. Het ‘omscannen’ van dat materiaal is een ingrijpende klus die nog minstens tot 2010 zal duren.
Toch is tegen bovenstaande wel wat in te brengen. Zo lang een minderheid van de programma’s in het oude formaat wordt uitgezonden, kopen televisiekijkers natuurlijk geen breedbeeldapparatuur. Wie wacht dus eigenlijk op wie? Aan de andere kant, kijkers dwingen tot de aanschaf van nieuwe breedbeeldapparatuur lijkt ook geen goede zaak. Alleen de industrie zou daar garen bij spinnen.
Beeldkwaliteit
Welke omroepen zenden uit in breedbeeld? Enkele van hen hebben er bewust voor gekozen zo veel mogelijk programma’s in breedbeeldformaat uit te zenden. De NCRV vond het vorig jaar zelfs de moeite waard een persbericht te versturen met het nieuws dat deze omroep vanaf dat moment alle tv-programma’s in breedbeeldformaat ging uitzenden. De stap werd genomen ‘…omdat het een betere beeldkwaliteit oplevert, niet omdat de markt ons tot deze stap dwingt’, zo was in het persbericht te lezen.
Ook BNN heeft het streven om alle programma’s in breedbeeldformaat uit te zenden. Ook deze omroep is echter afhankelijk van wat derden aanleveren. Is dat nog in het oude 4:3-formaat, dan moeten breedbeeldkijkers af en toe genoegen nemen met dit ongemak.Ook AVRO, EO en NPS hebben als beleid om zoveel mogelijk producties in breedbeeldformaat op te nemen.
De VARA geeft aan slechts een klein aantal breedbeeldprogramma’s uit te zenden. Exacte cijfers zijn niet bekend, plannen op dit gebied evenmin. De omroep voert als argument aan dat er nog in weinig Nederlandse huishoudens een breedbeeldtelevisie aanwezig is. De TROS bekijkt het per programma, van een gericht beleid op dit gebied is nog geen sprake. Programma’s als Una voce particolare, Dierenmanieren en TROS Koffieconcert hebben het breedbeeldformaat, evenals alle programma’s die de TROS in België aankoopt.
Voor de KRO heeft breedbeeld geen prioriteit. Alleen speelfilms worden op dit moment in breedbeeldformaat uitgezonden. ‘Bezuinigingen dwingen ons tot deze keuze’, zegt een woordvoerster van deze omroep, ondanks het argument dat opnemen en uitzenden van breedbeeldprogramma’s niet duurder is dan van programma’s in het oude formaat. Andere omroepen (NOT/Teleac, VPRO, IKON) zeggen pas in actie te komen als in ca. 50 procent van de Nederlandse huishoudens een breedbeeldtoestel aanwezig is. [Spreekbuis/Radio.NL]