Column: Regionaal en commercieel?

De regionale commerciële omroep heeft het moeilijk. Enerzijds komt dat door de verkapte veiling (De Grote Frequentieloterij) van vorig jaar. Ik heb al eens duidelijk de wijzende vinger richting de staat gestoken, omdat de ministeries van Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen verantwoordelijk zijn voor het gebruikte gedrocht, met daarin het slechtste van twee werelden. Maar er zijn nog een aantal redenen waarom de regionale commerciële radio in Nederland financieel gezien niet van de grond komt. De markt kan het gewoon niet aan. Op het gevaar af over een aantal tenen te walsen, ga ik dit standpunt toch even toelichten.

Wie de huidige radiomarkt observeert, ziet een moordende concurrentie in de verschillende regio’s. Die concurrentie zorgt voor een dilemma voor regionale zenders. Commercieel gezien lijkt het namelijk altijd verstandig om je op de meest aantrekkelijke doelgroep te richten, oftewel 20-34 en in mindere mate de groepen 13-19 en 35-49. Maar als je daar je zender op richt, loop je direct tegen een probleem aan. In de meeste regio’s in Nederland heb je namelijk concurrentie van minimaal vier tot vijf landelijke commerciële zenders, met alle consequenties van dien. Je kunt dan kiezen voor head-on concurrentie –oftewel: ga vol tegen 1 van de landelijke stations in- of om je iets te onderscheiden. Optie twee is uiteraard verreweg de beste optie. Dat betekent dus dat je met name je muziekformat zult moeten aanpassen om ‘naast’ de landelijke commerciële zenders te gaan zitten. Lees verder

Gerelateerde berichten