Geschil Nozema en AT over radio-experimenten

De rechter doet een dezer dagen uitspraak in een zaak die Nozema heeft aangespannen tegen het Agentschap Telecom. Onderwerp van het geschil: de vergoedingen die Nozema moet betalen aan het AT voor het experimenteren met radio zijn flink gestegen, en daar is de zenderoperator het niet mee eens.

Het draait allemaal om bepaalde radiotechnieken waarmee je kunt aantonen dat een efficiënter gebruik van het frequentiespectrum mogelijk is. Nozema experimenteert hier al sinds 1999 mee. Voor het gebruik van de benodigde frequentieruimte betaalt het bedrijf een vergoeding aan het Agentschap Telecom. Aanvankelijk was dat niet meer dan bedrag variërend van een paar honderd gulden tot een paar duizend gulden gulden per halfjaar, de periode waarvoor een vergunning wordt verleend. Sinds 2000 zijn de tarieven echter gigantisch gestegen. Tegenwoordig kunnen ze oplopen tot wel 15.000 euro (per halfjaar).

Juriste Irene van Halewijn van Nozema legt uit: ‘De vergoedingen worden vastgesteld op basis van de zogenoemde Regeling Vergoedingen. Tegenwoordig past het AT een  categorie uit die Regeling toe voor experimenten, die ook geldt voor bijvoorbeeld commerciële omroepen, en daardoor krijgen wij te maken met exorbitant hoge bedragen. Voor ons is het nu niet meer interessant om te experimenteren.’

Opmerkelijke zaak
In 2000 maakte Nozema voor het eerst bezwaar tegen de verhoogde vergoeding in de experimenteervergunningen die betrekking hebben op de zogenaamde SFN-technieken  bij de toenmalige Rijksdienst voor Radiotelecommunicatie, dat nu het Agentschap Telecom heet. Telkens werden deze vergunningen verlengd, zonder dat dit leidde tot aanpassing van de tarieven.  Keer op keer werd er door Nozema bezwaar aangetekend. In 2002 leidde dit tot een procedure bij de Rechtbank. Zonder succes. De rechter stelde het Agentschap Telecom in het gelijk . Nozema is in de zomer van 2003, in beroep tegen bij het College van Beroep en Bedrijfsleven (CBB).

Hoe het ook afloopt, Van Halewijn heeft een zaak als deze nog niet eerder meegemaakt. ‘Het is een opmerkelijke case, ook voor mijzelf als juriste. Het is best lastig, want er is weinig jurisprudentie over. Ik ben van mening dat we erg sterk staan, vandaar dat ik er dan ook erg verbaasd over was dat we in 2003 verloren. Uit het retributieve stelsel dat aan de Telecommunicatiewet ten grondslag ligt, wet blijkt namelijk dat de vergoeding kostendekkend moet zijn. Er had naar mijn mening een ándere categorie uit de Regeling Vergoedingen moeten worden gehanteerd. Namelijk de categorie die betrekking heeft op experimenten. We hebben wij een beroep gedaan op het vertrouwensbeginsel. Dat houdt in dat wij er in alle redelijkheid van uit hadden mogen gaan dat de tarieven niet iedere keer zo fors verhoogd zouden worden.’

Als Nozema ook in hoger beroep verliest, heeft dit grote gevolgen voor de radio-experimenten. ‘Dat zou een slechte zaak zijn, niet alleen voor ons maar ook voor onze klanten’, weet Van Halewijn. ‘Die experimenten zijn niet onbelangrijk. Om een voorbeeld te geven: ze hebben onder meer Zerobase mogelijk gemaakt.’ Wordt Nozema in het gelijk gesteld, dan betekent dat dat de experimenten kunnen worden voortgezet tegen een lagere vergoeding. Ook andere tests, onder meer voor digitale tv, kunnen in dat geval gewoon doorgaan. Bovendien moet het AT de vergoedingen, die Nozema in de afgelopen jaren wél gewoon heeft betaald, terugbetalen. [Nozema/Radio.NL]

Gerelateerde berichten