Publieke Omroep heeft belangrijke taak

‘Snoeihard’ en een ‘klap voor je kop’. Zo omschrijft Harm Bruins Slot, voorzitter van de Raad van Bestuur van de Publieke Omroep, het Visitatierapport. Toch is hij niet geschrokken, want veel van de kritiek is bekend en wordt gedeeld. Pessimistisch over de toekomst is hij evenmin, want de afgelopen tijd is al veel verbeterd. ‘We zijn drastisch aan het ingrijpen in onze werkwijze.’

De Raad van Bestuur en Raad van Toezicht hadden in hun zelfevaluatierapport ook al geconstateerd dat er het een en ander mis is bij de publieke omroep. Er is te veel non-fictie, te weinig drama, de jongeren worden onvoldoende bereikt, net als de allochtonen, en ook de aansluiting met ‘het gezin’ dreigt verloren te gaan. Volgens het visitatierapport dreigen zelfs maar liefst negen miljoen Nederlanders de publieke televisie de rug toe te keren. ‘In zijn beoordeling zegt Rinnooy Kan dat dit sterk ligt aan de manier waarop het bestel georganiseerd is en hoe het bestuurd wordt’, zegt Bruins Slot.
‘Met name als het gaat om de organisatie herken ik dat wel. Daarom zijn wij als nieuwe Raad van Bestuur, samen met de Raad van Toezicht en de directeuren, op zoek naar wat ik een nieuwe werkwijze noem. En daar hebben we al enig succes mee. Die werkwijze is, net als in het verleden, ook gebaseerd op samenwerking en consensus, maar dan niet vrijblijvend maar juist zeer verplichtend. Op de doelstellingen die we met elkaar afspreken.’
 
Maatgevend
Die nieuwe werkwijze is voor het eerst toegepast bij de omroepbrede bezuinigingsoperatie van 64 miljoen. Daarbij hebben de omroepen niet elk een bedrag toegewezen gekregen en moesten ze zelf maar zien hoe ze dat invulden. Nee, er is gezamenlijk bepaald hoe en waar de besparingen het best behaald konden worden. ‘Zo’n zelfde aanpak hebben we een paar maanden geleden ingezet voor het programmabeleid’, aldus Bruins Slot. ‘Vanuit de hoofddoelstelling van de publieke omroep, we willen van en voor iedereen zijn, is een doorvertaling gemaakt naar de doelgroepen die we willen bereiken, met welke genres, welke programma’s etcetera. Daarbij is niet meer maatgevend wat de omroepen aanbieden, maar is maatgevend wat we hebben afgesproken wat het net of de zender zou moeten doen.’

Kortom, van omroepen wordt, veel meer dan nu het geval is, gevraagd programma’s te leveren die passen in het profiel en bij de doelgroep van een bepaald net. Een profiel dat ze overigens samen hebben vastgesteld. En als een omroep dan toch komt met een programma dat daar niet in past, wordt het dan niet uitgezonden? Bruins Slot: ‘In het ergste geval niet, nee.’ Netversterkend programmeren heet dat, en daarvoor heeft de Raad van Bestuur een kwart van het programmabudget tot zijn beschikking. Die volle 25 procent moeten ze ook gaan inzetten, vindt althans de Visitatiecommissie. ‘Die 25 procent is maar een percentage. Waar het om gaat is dat je het budget veel meer als sturingsmiddel gaat gebruiken. Zodat je díe programma’s geproduceerd krijgt die nodig zijn om het totaalbeeld goed te krijgen.’
 
Moeras
Die drastisch nieuwe werkwijze, zoals Bruins Slot het omschrijft, kan die eigenlijk op enthousiasme van de omroepen rekenen? ‘Wij merken dat iedereen de handschoen op een positieve manier oppakt. Omdat iedereen, of in ieder geval het overgrote deel, in de gaten heeft dat als we op de oude manier blijven doorwerken we nog dieper het moeras in zakken. Terwijl we daar nou juist uit moeten.’ De voorzitter is dan ook vol vertrouwen dat de nieuwe ingezette koers zijn vruchten gaat afwerpen en de publieke omroep op de goede weg terug gaat helpen.

‘Dat moet ook wel, we hebben geen andere keus. Daar is de publieke omroep veel te belangrijk voor. Ik zie voor de nabije toekomst eigenlijk drie lijnen. Allereerst de efficiëntie: het verwijt van inefficiëntie moeten we gewoon voorbij. Daar zijn we volop mee bezig. Het tweede is transparant en integer. En de derde is dat we willen worden afgerekend op het resultaat. Anders gezegd: het programmabeleid moet een antwoord geven op de hoofddoelstelling dat je verschil wilt maken in de Nederlandse samenleving. Ik heb het gevoel dat we echt een heel belangrijke taak te vervullen hebben in een samenleving die toch behoorlijk van slag lijkt te zijn en op zoek is naar een nieuwe balans. Die goede balans vinden en een positieve bijdrage leveren aan de samenleving, dat is natuurlijk een fantastische taak. En die neemt niemand ons af.’ [Spreekbuis/Radio.NL]

Gerelateerde berichten