De Haagse politiek bemoeit zich weer flink met het omroepbestel. Eerst kwam het rapport van de visitatiecommissie Rinnooy Kan, op de voet gevolgd door een stuk van het wetenschappelijk instituut van het CDA over de toekomst van de publieke omroep. Als altijd zijn politieke partijen en omroepen verdeeld, maar toch worden nog dit jaar besluiten verwacht.
Over één ding zijn de grote politieke partijen het eens: er mag niet niets gebeuren. De concessieperiode voor de publieke omroep loopt nog tot 2010. Maar vóór 1 januari moet een besluit worden genomen over de erkenning van de afzonderlijke omroepinstellingen. Niemand gelooft dat bestaande omroepen buiten de boot gaan vallen, ze hebben immers (bijna) allemaal een goed rapportcijfer gekregen van de visitatiecommissie.
Maar het is wel een kans voor de politiek om, voordat de concessieperiode afloopt, te sleutelen aan het bestel. Want de publieke omroep als geheel kreeg een onvoldoende. Zal de politiek de gelegenheid te baat nemen om knopen door te hakken, of verdwijnt ook het rapport van Rinnooy Kan weer in de bureauladen? De sleutel kon wel eens bij de PvdA liggen.
Dualisme
Den Haag is eeuwig over Hilversum verdeeld, de huidige regeringscoalitie is geen uitzondering. Waar VVD en D66 het bestel van een krachtige centrale sturing willen voorzien, staat de grootste coalitiepartner CDA juist pal voor de autonomie van de omroepen. Het is geen toeval dat het CDA kort na het verschijnen van het rapport van Rinnooy Kan, prominent D66-lid, een eigen toekomstvisie presenteerde. Ingewijden verwachten dan ook een moeizame discussie in het kabinet. Het lijkt een garantie voor een ouderwetse polderoplossing: als je het over een moeilijke kwestie niet eens kan worden, parkeer je het probleem voorlopig in een studiecommissie. De Raad voor Cultuur heeft naar aanleiding van het rapport van de visitatiecommissie geadviseerd nader onderzoek naar het bestel te doen. Rinnooy Kan zou dan de mist in verdwijnen, al zegt iedereen in Den Haag dat niet te willen.
De regeringspartijen wijzen daarbij op de wind van het dualisme die in Den Haag waait. De fracties mogen het dan met elkaar oneens zijn, dat wil nog niet zeggen dat de bewindslieden er ook niet uitkomen. Het kabinet en de kamer hebben eigen verantwoordelijkheden wordt benadrukt. Het kabinet kan dus met een eigen standpunt komen, dat afwijkt van dat van de fracties. Maar ook als het kabinet niet tot een besluit komt, of als er alleen een verwaterd compromis uit de bus rolt, speelt het dualisme een rol. Dan zullen de fracties namelijk tijdens het omroepdebat, dat de Tweede Kamer later dit jaar houdt, met eigen plannen komen. CDA, VVD en D66 hebben moties, amendementen en initiatiefwetsvoorstellen in voorbereiding. De vraag is natuurlijk of die een meerderheid in de kamer krijgen.
Sleutelrol PvdA
Dat zal hoogstwaarschijnlijk per onderwerp verschillen. Zo is er vrijwel zeker een meerderheid van het parlement vóór het vrijgeven van de programmagegevens. Maar andere zaken zijn veel controversiëler, zoals de kwestie van de aansturing van het bestel en de positie van de omroepvoorzitters. Fractiespecialisten als Joop Atsma (CDA) en Bert Bakker (D66) sluiten dan ook niet uit dat er wisselende meerderheden ontstaan. In dat geval kan de grootste oppositiepartij, de PvdA, de doorslag geven. Een benijdenswaardige sleutelpositie.
Maar wat wil de PvdA met het bestel? Fractiespecialiste Jeltje van Nieuwenhoven steunt het rapport van Rinnooy Kan en benadrukt dat de samenwerking in Hilversum beter moet. Ze steunt ook de aanbeveling dat de omroepvoorzitters uit de Raad van Toezicht zouden moeten. Maar de omroepen zouden een goede positie moeten houden. Het publieke bestel moet representatief zijn voor de multiculturele bevolking van Nederland, vindt Van Nieuwenhoven. Ze voelt wel wat voor de invoering van prestatiecontracten in de omroepwereld. Want de PvdA is geschokt door de constatering van Rinnooy Kan dat de individuele omroepen te kort zijn geschoten in hun gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de publieke omroep als geheel. Prestatiecontracten zouden een middel kunnen zijn om de centrale aansturing van het bestel te verbeteren zonder de positie van de omroepen aan te tasten, denkt Van Nieuwenhoven.
Kabinet en kamer willen zo gauw mogelijk met elkaar over de publieke omroepen in debat, liefst nog vóór de zomer. Als de voortekenen niet bedriegen kon dan wel eens een ´ouderwets` Paarse meerderheid de staatssecretaris steunen in haar streven de aanbevelingen van Rinnooy Kan uit te voeren. [Spreekbuis/Radio.NL]