Het leidde onlangs tot enige beroering in de pers: de Publieke Omroep wil vanaf 2005 stapsgewijs overschakelen van analoge naar digitale tv-uitzendingen via de ether. Maar wat houdt die overstap eigenlijk in, wat zijn de consequenties, waarom is het nodig en wat levert het op. Een korte introductie in de wondere wereld van de digitale ethertelevisie.
De overstap van analoge naar digitale etherdistributie van televisie komt niet uit de lucht vallen. Al in januari 2002 verstrekt het kabinet vergunningen voor digitale televisie via de ether, Digital Video Broadcasting-Terrestrial (DVB-T) in vaktermen. De overheid wil hiermee een concurrerende, derde infrastructuur creëren, naast de kabel en satelliet. Digitalisering heeft verder het voordeel dat veel efficiënter gebruik gemaakt kan worden van de schaarse frequentieruimte. Worden Nederland 1, 2 en 3 nu nog uitgezonden via drie aparte frequenties, in de digitale wereld is het mogelijk om via één frequentie vijf tv-netten en enkele radiozenders te verspreiden. De kijker kan bovendien profiteren van televisie met een betere beeld- en geluidskwaliteit.
Start
De Nederlandse Omroep Stichting verwerft een vergunning voor de digitale distributie van de landelijke televisiezenders. Binnen zijn frequentieruimte moet de NOS de regionale omroepen een plaats geven. De andere gelukkige is Digitenne, een samenwerkingsverband van Nozema, KPN, NOB en de publieke en commerciële omroepen. Deze joint venture wil op commerciële basis een uitgebreid, met de kabelmaatschappijen concurrerend programmapakket aanbieden. In april 2003 gaat Digitenne hiermee van start in het gebied Amsterdam, Haarlem, Alphen aan de Rijn, Hilversum en Almere.
Bereik
Onlangs werd het bereik uitgebreid naar bijna de gehele Randstad. Inmiddels kunnen zo’n 2,7 miljoen huishoudens rond de grote steden 24 televisiezenders (en 16 radiostations) via de ether ontvangen. De bedoeling is om het digitale distributienet de komende jaren verder uit te breiden naar de rest van Nederland. En daar zit ’m de kneep. Want om ruimte te maken voor de digitale signalen van DVB-T moeten in heel Nederland stapsgewijs de analoge tv-uitzendingen verdwijnen. Kortom, de analoge etherdistributie moet worden beëindigd om vrij baan te maken voor de verdere invoering van DVB-T.
Settop box
Het stopzetten van de analoge tv-distributie via de ether heeft allerlei (nadelige) gevolgen. Wat te doen bijvoorbeeld met de circa 65.000 huishoudens die nu nog afhankelijk zijn van de analoge ethersignalen omdat de kabel hun huis niet bereikt? En wat te denken van de truckers, binnenvaartschippers en campinggasten, die Nederland 1, 2 en 3 uit de lucht plukken met de antenne op dak, tent of boot, of van de vele draagbare tv’s die her en der staan. In totaal naar schatting zo’n 400.000 toestellen. Om een antwoord te vinden op deze vragen stelden de toenmalige ministers van Economische Zaken en Binnenlandse Zaken en de staatssecretaris van OCW in september 2002 een adviescommissie in.
Analyse
De Commissie Switch-Off kreeg als opdracht de mogelijkheden en criteria voor een gefaseerde overschakeling van analoge naar digitale ethertelevisie in kaart te brengen. De commissie kwam in april 2003 met zijn rapport. Een lijvig boekwerk van maar liefst 84 pagina’s vol analyses, conclusies en aanbevelingen. De belangrijkste: om de landelijke verspreiding van digitale ethertelevisie mogelijk te maken, kunnen de eerste analoge frequenties in 2007 worden afgeschakeld. De commissie verbond daar een aantal voorwaarden aan: DVB-T moet probleemloos functioneren, de kosteloze ontvangst van publieke omroepen via DVB-T moet zijn gegarandeerd en de settop boxen – nodig om het digitale signaal geschikt te maken voor het televisietoestel – moeten beschikbaar zijn tegen de laagst mogelijke kosten.
Taskforce
Om de daadwerkelijke overgang van analoog naar digitaal verder uit te werken besloten EZ en OCW alle belanghebbenden samen te brengen in de Taskforce Switch-Off. Een breed samengesteld gezelschap, met vertegenwoordigers van onder andere de betrokken ministeries, de Publieke Omroep, ROOS, Nozema en de Consumentenbond. In dit college nu heeft de Publieke Omroep, samen met Nozema en ROOS, het voorstel gedaan om niet in 2007 maar al in 2005 te beginnen met de afschakeling van de analoge frequenties. Niet in één keer, maar stapsgewijs, per provincie. Het plan voorziet in een overgangsperiode van een half jaar waarin zowel analoge als digitale uitzending plaatsvindt. Dit biedt de mogelijkheid om het publiek te informeren en de kijkers die echt afhankelijk zijn van etherontvangst de gelegenheid te geven een settop box aan te schaffen.
2008
In 2008 moet de operatie zijn voltooid en de etherdistributie van de landelijke en regionale publieke televisie in heel Nederland zijn gedigitaliseerd. De reden voor de versnelde overgang is simpel. Het levert de publieke omroepen geld op en dat kunnen ze in deze tijden van bezuinigingen maar al te goed gebruiken. Analoge distributie kost ze op jaarbasis # 15 miljoen, digitale 9 miljoen. De eerder in de media wel genoemde besparing van # 14 miljoen klopt niet. Dit zou alleen opgaan als het kabinet zou beslissen dat de publieke tv-zenders niet langer verplicht gratis via de ether verspreidt hoeven te worden. Dat zou echter een wijziging van de Mediawet vergen.
Tijdperk
Binnen de Taskforce Switch-Off moet het plan van Publieke Omroep, ROOS en Nozema nu eerst worden besproken. Een van de problemen is dat er in 2005 nog niet genoeg frequenties beschikbaar zijn voor Digitenne om hun volledige programmapakket in de provincies aan te kunnen bieden. Dit kan inhouden dat de Publieke Omroep als eerste overschakelt van analoog naar digitaal en Digitenne later volgt.
Misleiding
Dat betekent weer dat Digitenne consumenten die eerder, wellicht met de nodige tegenzin, een settop box hebben moeten aanschaffen om Nederland 1, 2 en 3 en hun regionale zender te kunnen ontvangen, later weer moeten verleiden een abonnement af te sluiten voor het Digitenne-aanbod. En dat is uit marketingoogpunt niet handig.
Politiek
Wat de uitkomst van de discussie in de taskforce ook zal zijn, het laatste woord is aan de politiek. Het kabinet moet uiteindelijk beslissen hoe zij de overgang van analoog naar digitaal wil laten verlopen. Deze beslissing wordt niet eerder dan aan het eind van het jaar verwacht. Hoe die ook uitpakt, zeker is dat digitale ethertelevisie zich de komende jaren over het land zal verspreiden. Daarmee komt een einde aan het analoge televisietijdperk, dat in 1951 begon. Of veel kijkers daar wakker van liggen, is zeer de vraag. Nederland is immers het dichtst bekabelde land van Europa: ruim 93% van alle huishoudens kijkt televisie via de kabel. De overgrote meerderheid zal dat naar verwachting blijven doen en voor hen verandert er dus helemaal niets. [Spreekbuis/Radio.NL]