Journalisten zijn dol op een schnabbel

Journalisten verlenen op grote schaal hun diensten aan overheden en bedrijven. De mediawereld is verdeeld over de hoge hoge tarieven van sommige bijklussers. Ethici vrezen vooral voor de perceptie bij het publiek.

Op de journalistieke schnabbel-lijst die tv-programma ‘Reporter’ vorige week openbaarde, staan tweeënveertig namen van journalisten die de afgelopen jaren door ministeries en aanverwante instellingen werden ingehuurd. Het is pas het topje van de ijsberg. Nadat ‘Reporter’ een beroep deed op de Wet Openbaarheid van Bestuur, voldeden welgeteld twee ministeries aan hun informatieplicht: Financiën en vrom. Als de andere ministeries volgen, kan ‘Reporter’ z’n lol op.

Journalisten houden van bijbeunen en doen dat dan massaal. Ze zijn dagvoorzitter, geven spreekbeurten voor voorlichters of mediatrainingen aan bewindslieden. Daar wordt goed aan verdiend. De Speakersacademy, een bureau dat sprekers, dagvoorzitters en discussieleiders levert, verhuurt bijvoorbeeld tv-presentator Inge Diepman voor 3500 tot 5000 euro. Karel van de Graaf is duurder: tussen 5000 en 7500 euro. Goedkoper is weer ‘Den Haag Vandaag’-presentator Pim van Galen: 2000 tot 3500 euro.

Maar lucratievere afspraken zijn er ook. Zo ontdekte ‘Reporter’ dat nieuwslezers Gijs Wanders en Annette van Trigt van ‘Het Journaal’ de afgelopen jaren werkten voor de UWV, dat zich bezighoudt met de uitvoering van de werknemersverzekeringen. Wanders verdiende als dagvoorzitter, adviseur en gespreksleider in twee jaar tijd bij de UWV bijna 200000 euro bij. Van Trigt was goed voor ruim 45000 euro.

Drie jaar geleden publiceerde het Algemeen Dagblad ook een uitvoerige lijst; vooral televisiejournalisten bleken zich op grote schaal te verhuren. Topscorers waren Paul Witteman en Marcel van Dam, die voor vele tienduizenden guldens ‘Het Lagerhuis’ naspeelden bij bedrijven. Paul Witteman is in strikte zin bijna een ‘merk’ geworden, met een hoge marktwaarde. Tv-presentator Victor Deconinck (bijnaam: ‘Victor de Schnabbelkoning’) gaf veel mediatrainingen, en doet dat nog steeds, volgens ‘Reporter’.

Hij overschrijdt daarmee volgens velen een belangrijke grens. Want een forum of debat voorzitten is te verdedigen, het geven van mediatraining is een doodzonde. Willem Breedveld, commentator/columnist van Trouw en met twee betaalde schnabbels genoemd in de ‘Reporter’-lijst: ,,Mediatrainingen vind ik taboe. De politicus die je de ene dag traint hoe hij met vragen van journalisten moet omgaan, kun je de andere dag weer als interviewer tegenkomen”. Dagvoorzitter zijn kan wél, vindt Breedveld.

Journalisten kennen geen formele gedragscode voor het verrichten van werk voor derden. Wat wel of niet ‘mag’ is een kwestie van het eigen geweten.

Het opstellen van regels daarover ziet Kees Schaepman van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) echter niet zitten. ,,Er is altijd discussie over hoe betrokken een journalist mag zijn. De taak van de NVJ is om de onafhankelijkheid van de Nederlandse media te waarborgen. Maar we hoeven geen zedenmeester van de journalistiek te zijn.”

Richtlijnen zijn er wel, bijvoorbeeld in de cao’s voor omroepmedewerkers en dagbladjournalisten. Zij moeten hun nevenactiviteiten melden bij hun werkgever. Trouw-columnist Willem Breedveld vindt niet dat de regels aangescherpt hoeven worden. Als er maar rekening wordt gehouden met de onafhankelijkheid en de inzetbaarheid van de journalist. ,,Dat Gijs Wanders twee ton bijverdient bij het UWV, roept veel vragen op. Heeft hij nog wel tijd om het ‘Journaal’ voor te lezen? Daar is duidelijk sprake van een afhankelijkheidsrelatie en dat gaat ten koste van de journalistieke onafhankelijkheid en geloofwaardigheid.”

Het verwijt dat de journaallezers hun geloofwaardigheid kwijt zijn, trof ook Hans Laroes, hoofdredacteur van ‘Het Journaal’, het hardst. Hij heeft inmiddels een gesprek gevoerd met Van Trigt en Wanders. Zij kregen geen straf, zei Laroes na afloop. ,,Ik ben mild, omdat zij hun best hebben gedaan hun integriteit te waarborgen. Ze hebben alleen buiten de beeldvorming gerekend.”

Sancties op al te uitbundig bijverdienen zijn er niet. De vraag is sowieso of de journalistieke bijkluscultuur ooit zal veranderen. De verdediging dat het betaald voorzitten van een debat ‘zo goed is voor de contacten’, is net zo hardnekkig als het verschijnsel zelf. Columnist Pieter Hilhorst relativeerde in de Volkskrant: ,,Niet het schnabbelen is onthullend, maar wat je tijdens deze klusjes leert over de overheid.” [Trouw]

Gerelateerde berichten