De VVD wil de omroepverenigingen weren uit het publieke bestel. Met de invoering van een nieuw bestel in 2008 hopen de liberalen het einde van de omroepen te kunnen inluiden. Met deze wens staan zij recht tegenover coalitiepartner CDA. Dat streeft een bestel na dat is gegrondvest op autonome omroepverenigingen.
In een debat over enkele bestuurlijke herzieningen van de publieke omroep keken de kamerleden Örgu (VVD) en Atsma (CDA) gisteren vooruit naar de toekomst van het bestel. Staatssecretaris Van der Laan (cultuur) wil in het voorjaar het plan voor een nieuw publiek omroepbestel presenteren. Het kabinet streeft naar invoering in 2008. De VVD liet er in het verleden al geen geheim over bestaan geen toekomst te zien voor omroepverenigingen. Örgu noemde ze gisteren ’de laatste resten van de verzuiling’.
De VVD wil nu de inrichting van het nieuwe bestel aangrijpen om de omroepverenigingen te vervangen door één centraal geleid productiebedrijf. Dat moet zich toeleggen op programma’s die op de commerciële tv niet te zien zijn, en zich onthouden van producties, zoals voetbalverslagen, waarvoor de commerciëlen eveneens interesse hebben.
Volgens de VVD onderscheidt de publieke omroep zich met zijn brede programma-aanbod nu onvoldoende van de commerciële. Afschaffing van de reclame op de publieke zenders, te bekostigen met de sluiting van één net, kan de prikkel om met de commerciële omroep te concurreren verder verkleinen. Het CDA wil dat brede programma-aanbod juist behouden op de publieke netten. Atsma zei een revitalisering van de publieke omroepverenigingen na te streven. Hun invloed op de programmering moet groter en de drempel om lid te worden kleiner.
Atsma herinnerde aan de suggestie van CDA-fractieleider Verhagen om een omroeplidmaatschap van één euro in te voeren. ,,Het CDA is voor grote, sterke ledenorganisaties als drage van het publieke bestel.’’ Atsma keerde zich tegen de ’sluipende uitholling’ van het publieke bestel die volgens hem gaande is, als gevolg van de overdracht van bevoegdheden van de omroepen naar bestuurders zonder band met de verenigingen.
Het CDA staat met de kleine christelijke partijen SGP en ChristenUnie alleen in de wens de omroepverenigingen als grondslag van het bestel te behouden. De PvdA sprak zich bij monde van Van Nieuwenhoven uit voor méér centrale sturing, ten koste van de zelfstandigheid van de omroepen. De LPF gaat net zo ver als de VVD en wil de omroepverenigingen vervangen door één publiek omroepbedrijf.
Ook D66, GroenLinks en SP streven naar een publieke omroep die zich beperkt tot programma’s die op de commerciële zenders niet te zien zijn. Bakker (D66) verwijt de omroepverenigingen dat ze te veel letten op kijkcijfers en marktaandelen. Er is niettemin geen kamermeerderheid die eensluidend denkt over een alternatief publiek bestel. Anders dan VVD en LPF wil GroenLinks niet weten van de introductie van een staatsomroep zoals de BBC of de Vlaamse VRT in Nederland. [Trouw]