Tenminste 20 procent van de programmaraden in Nederland houdt zich niet aan de mediawet. Dat blijkt uit het aantal wetsovertredingen die de redactie van Radio.NL de afgelopen weken heeft gevonden. Het gaat hierbij niet alleen om overtredingen van het inmiddels bekende belangenverstrengelingartikel; ook andere regels worden massaal overtreden door de verschillende programmaraden. Indien de wetgeving strikt wordt toegepast is een ruime meerderheid van de raden in overtreding.
Artikel 82L, vierde lid
Van de in totaal 60 programmaraden (plus 1 in oprichting) zijn er zeven de afgelopen weken betrapt op overtredingen van Artikel 82L, vierde lid van de mediawet. Dit artikel bepaald dat leden van een programmaraad geen betrekking mogen hebben bij een radio- of televisiezender, niet in het bestuur van een zender mogen zetelen en ook niet in de gemeenteraad mogen zitten danwel bij een kabelmaatschappij werken. Van de ongeveer vijftien raden die Radio.NL onder de loep heeft genomen zijn er bij vijf onbetwiste overtredingen gevonden; twee anderen hebben ‘gewone’ vrijwilligers van lokale omroepen in de raad zitten. Het betreft hier tweemaal een ‘Hoofd Radio’ bij de omroepen. Van de overtredingen zijn er drie eerder door deze site naar buiten gebracht.
Artikel 82L, vijfde lid
Ook andere artikelen uit de mediawet worden massaal overtreden. Zo zijn er bij de vijftien betrokken raden een aantal gevonden die vacatures langer dan zes maanden open hebben staan (conform artikel 82L, vijfde lid moet een vacature binnen zes maanden worden opgevuld).
Artikel 82M, eerste lid
Artikel 82M, dat bepaalt dat een programmaraad representatief moet zijn voor de belangrijkste maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen, is hierbij buiten beschouwing gelaten. Radio.NL schat dat, indien Artikel 82M strikt zou worden toegepast, een ruime meerderheid van de programmaraden niet conform de mediawet opereert.
Werkwijze
Radio.NL heeft een aantal websites van programmaraden bezocht en vervolgens de ledenlijst ‘door Google heen gehaald’. Hierbij zijn waarschijnlijk niet alle overtredingen opgespoord, aangezien sommige programmaraden geen voornamen van hun leden vermelden maar slechts voor voorletters. Dit is vrij moeilijk te vergelijken met bijvoorbeeld medewerkers van lokale, regionale en landelijke omroepen, die meestal wel voornamen maar geen voorletters vermelden. Daarnaast zijn er nagenoeg geen omroepen die al hun medewerkers op het Internet hebben gezet. De betrokken programmaraden zijn dus ‘Quick and Dirty’ onderzocht, waarbij de programmaraden waarbij wat is gevonden nader zijn bekeken.
De steekproef van Radio.NL is overigens niet volledig representatief voor de programmaraden in Nederland. Over een aantal programmaraden die het vierde lid van Artikel 82L mogelijk overtreden heeft de redactie tips gehad. Vier van de zeven raden zijn zonder tips gevonden bij het controleren van een aantal willekeurige raden.
Kabelraden.nl
Marieke van Tuin van het steunpunt voor programmaraden geeft aan dat een deel van de oorzaken van de overtredingen in de mediawet te vinden zijn in een recente wijziging van die wet: “De bepalingen in de mediawet zijn 180 graden gedraaid. Vroeger was het zo dat een programmaraadslid vooral verstand van zaken moest hebben, maar sinds de recente wijziging van de mediawet mag een lid niet betrokken zijn bij een radio- of TV-zender”.
Van Tuin geeft verder aan dat mensen die betrokken zijn bij een radiozender inhoudelijke kennis hebben. Het steunpunt wil, net zoals de programmaraad van Haarlem, duidelijkheid over de exacte interpretatie van het belangenverstrengelingartikel in de mediawet, maar is van mening dat er een groot verschil zit tussen belangenverstrengeling en betrokkenheid bij een radiostation. “Het is natuurlijk voor iedereen goed als er duidelijkheid komt van het Commissariaat voor de Media over de exacte interpretatie van het wetsartikel waar u nu op doelt. De programmaraden willen duidelijkheid en wij ook, zodat wij daarna een advies uit kunnen brengen aan alle programmaraden en natuurlijk de gemeenten. Want de gemeenten zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor de samenstelling van de programmaraden omdat die de leden benoemen”.
Vanuit programmaraden is er overigens kritiek te bespeuren op Kabelraden.nl; de organisatie zou de kabelraden niet duidelijk genoeg hebben geïnformeerd over de wijzigingen in de mediawet. Van Tuin “U bent wel een vasthoudend typje hoor, iedere keer heeft u nieuwe vragen”: “Het is prettig als de programmaraden die deze kritiek hebben deze ook tegen ons uiten. We hebben de informatie over de nieuwe mediawet wellicht niet breed genoeg verspreid, maar daarnaast willen we de kabelraden goede informatie geven. We waren daarom nog aan het uitzoeken wat de exacte consequenties zijn van de gewijzigde mediawet”.
Daarnaast is er kritiek op het feit dat de belangenorganisatie van de kabelraden de recente publiciteit volledig negeert. Van Tuin geeft aan dat Kabelraden.nl binnenkort wellicht via de website aangeeft dat er ‘discussie’ is ontstaan rondom de programmaraden. “We denken nog na over de manier waarop we het gaan brengen. We maken een pas op de plaats door eerst goed na te denken. Dit heeft overigens niets te maken met het feit dat wij wellicht ook betrokken zijn bij deze zaak, maar we wilden eerst zelf ook alle feiten op een rijtje hebben”. De beleidsmedewerker van het Steunpunt zit in de programmaraad van Haarlem en was daarnaast vrijwillig werkzaam voor Exit Radio
Over Artikel 82M (representativiteit) geeft Van Tuin aan dat daar inderdaad een probleem zit: “Tja, wat is een overtreding. De samenstelling van de programmaraden is natuurlijk niet helemaal in lijn met de wet. Sommige programmaraden hebben bijvoorbeeld te weinig vrouwen en allochtonen in de raad zitten, maar je kunt de betrokken personen natuurlijk niet er met de haren bijslepen. Daarnaast is dit een verantwoordelijkheid van de gemeenten, die een programmaraadslid benoemen”.
Commissariaat voor de Media
Het Commissariaat voor de Media wil nog niet inhoudelijk op de zaak in gaan. De mediawaakhond wil eerst het ‘onderzoek’ zien dat door deze site is uitgevoerd. De organisatie heeft de afgelopen dagen wel brieven verzonden naar de programmaraden van Haarlem en Eemland, met het advies de raden in overeenstemming te brengen met de mediawet. Of de Stichting Algemene Programmaraad (APR, programmaraad van Amsterdam en omstreken) ook een dergelijk schrijven heeft ontvangen kon de woordvoerder nog niet aangeven. Hij kon ook niet reageren op de stelling dat, artikel 82M van de mediawet meegeteld, waarschijnlijk minimaal 75 procent van de kabelraden de mediawet aan haar laars lapt.
VCR
Martin Banga, woordvoerder van de samenwerkende commerciële omroepen, noemt de publicaties van de afgelopen weken over de programmaraden op Radio.NL ‘schokkend’.
“Het is begrijpelijk dat raden in het verleden wel eens mensen ‘uit het vak’ in de raad hadden zitten. Dat zijn mensen die meestal wel verstand van zaken hebben. Het is dus ook niet nieuw voor ons. Begin jaren ’90, toen de programmaraden nog geen wettelijke status hadden, zaten er ook regelmatig omroepmedewerkers in de raad. Maar toch zijn de berichten die we de afgelopen anderhalve week konden lezen ook voor ons een eye-opener. We zijn geschrokken van de schaal waarop het gebeurt”.
Banga onderstreept dat de kabel uitermate belangrijk is voor de Nederlandse radiostations. Afhankelijk van de radiozender in kwestie luistert 40 tot 55 procent van de luisteraars via de kabel naar een radiozender. Internationaal gezien is dat veel. Waar in Nederland bijvoorbeeld ongeveer tien procent in de auto naar de radio luistert, is dat in landen als Engeland al 40 procent. Daarnaast is het fenomeen kabelradio is veel andere landen veel minder bekend. “Dat komt ook omdat de commerciële stations eind jaren ’80 (toen was commerciële omroep nog wettelijk verboden) noodgedwongen alleen via de kabel konden uitzenden en toen via slimme marketing mensen ‘op de kabel’ kregen. In andere landen wordt er veel minder via de kabel geluisterd”.
“We hebben ook een haat-liefde verhouding met de programmaraden. We zijn er van afhankelijk maar soms is het ook lastig. Ze zijn niet altijd even voorspelbaar en soms handelen ze opportunistisch, dat wil zeggen dat ze allemaal kleine zenders op de kabel zetten om tot een divers pakket te komen, maar vervolgens de luisteraar vergeten door de grote zenders waar veel mensen naar luisteren niet op te nemen in het pakket. Ze gaan er dan van uit dat onze leden toch wel op de kabel komen. Maar ja, de kabelmaatschappij moet dan toch het advies van zo’n raad weer recht trekken en de ruimte op de kabel is beperkt”, aldus Banga.
Veel kabelraden zien het belang van een etherzender voor de kabel niet altijd in. “Dan krijgen we de vraag: Jullie zitten toch in de ether? Waarom willen jullie dan de kabel nog op? Maar ja, het grootste deel van de luisteraars luistert nog altijd thuis, en 80 procent van die luisteraars maakt gebruik van de kabel. En als je de kabel inplugt in je radio heb je niet zo veel meer aan die ether, want die kun je dan niet meer ontvangen”. De radiostations ergeren zich dan ook aan het ‘gebrek aan begrip en kennis’ bij een aantal programmaraden. “Met alle respect, maar de slager om de hoek heeft natuurlijk geen idee hoe de commerciële radio- en televisiewereld in elkaar steekt”.
Daarnaast is er kritiek op het functioneren van het Commissariaat voor de Media. De indruk bestaat dat de mediawaakhond bij de programmaraden niet pro-actief handelt. Banga beschrijft dat als een ‘piepsysteem’. “Dat mag best alerter. Waarom controleren ze het niet eens steekproefsgewijs? Wij worden ook regelmatig gecontroleerd, of we ons wel aan de formatregels houden, de reclameregels niet overtreden, enzovoorts”. De VCR zal voor deze zaak ‘niet de straat op’ gaan, maar er is recentelijk geen overleg geweest tussen de leden van de belangenclub. [MvD]