Het merendeel van de programmaraden dat aan kabelexploitant UPC adviseert, waaronder die van Haarlem, verzetten zich tegen het besluit van UPC om de looptijd van het radio-advies op twee jaar (in plaats van een jaar) te stellen. Dit hebben de programmaraden per brief medegedeeld aan UPC. De volledige brief is als volgt:
“Met deze brief vragen onderstaande programmaraden uw aandacht voor het volgende. Onlangs heeft u ons meegedeeld dat u de radioadviezen voortaan en met ingang van het komende radioadvies van 1 juli 2005 t/m 30 juni 2006 een looptijd van twee jaar wenst te geven. Daarbij stelt u dat er bij de programmaraden begrip bestaat voor dit voornemen. Als argumentatie geeft u vervolgens aan dat de adviezen in het verleden niet veel veranderingen te zien hebben gegeven.
Onderstaande programmaraden delen u mee dat zij zich noch herkennen in het geschetste begrip, noch in de door u aangevoerde argumentatie. Bovendien wijzen zij erop dat op grond van de mediawet de looptijd van een advies niet door de kabelmaatschappij bepaald wordt maar door een Programmaraad. In de Mediawet staat in artikel 82n, lid 1b dat de Programmaraden in ieder geval regels omtrent de geldigheidsduur in het eigen reglement moeten hebben opgenomen. Dat geeft per definitie UPC niet de vrijheid om zelf die regels te bepalen.
De programmaraden zullen dan ook zoals gebruikelijk een Radioadvies uitbrengen voor de periode 2005 – 2006. Zij stellen overigens vast dat u zich eenzijdig mengt in het functioneren van een programmaraad. Dat achten de programmaraden ongepast en onwenselijk. Hierdoor doet u afbreuk aan de autonomie van een programmaraad en kunnen de belangen van aanbieders en abonnees worden geschaad.
Voor nieuwe aanbieders wordt met uw voornemen nog een extra barrière opgeworpen. De door u voorgestelde verlenging heeft tot gevolg dat zij immers 2 jaar moeten wachten op advisering en mogelijke toewijzing van een kabelfrequentie. Juist wat betreft radio is die termijn erg lang. In de afgelopen jaren hebben zich immers vele wijzigingen voorgedaan en programmaraden verwachten dat er zich ook de komende jaren vele ontwikkelingen in het radiolandschap zullen blijven voordoen die het noodzakelijk maken om accuraat te kunnen handelen
Tevens wijzen wij u nog op het volgende. Het is ons bekend dat de mediawet geen bepalingen kent omtrent implementatiedata en/ of looptijden van adviezen. Dat betekent echter geenszins dat u als kabelexploitant bevoegd bent om op eigen initiatief en zonder instemming van de programmaraden, wijzigingen aan te brengen in de looptijd van een advies. In dit verband wordt opgemerkt dat zelfs al voordat er programmaraden bestonden het de gewoonte was om pakketten jaarlijks te herzien. En dat is nog steeds het geval.
Ter illustratie mag het onderstaande dienen.
– In de toelichting op het modelreglement van het Commissariaat voor de Media wordt het volgende opgemerkt:.” Het is niet goed mogelijk een minimum geldigheidsduur van langer dan één jaar van een programmaraad-advies in het modelreglement op te nemen. Een jaarlijks advies sluit aan bij de huidige praktijk.”
– In de brochure ”Wie bepaalt wat er op tv is” van de VECAI wordt gesteld: “Naast de zeven tv-zenders en negen radiozenders die de overheid verplicht stelt , mag de Programmaraad acht tv-zenders en zestien radio-zenders kiezen voor het basispakket. Elk jaar worden deze zenders opnieuw gekozen”
– Op uw eigen website,(!) staat vermeld: ‘Jaarlijks adviseren de programmaraden de kabelbedrijven over 15 televisiezenders en 25 radiozenders. UPC is verplicht deze zenders in het pakket op te nemen.’.
Onderstaande programmaraden dringen er dan ook met klem bij u op aan af te zien van uw eenzijdige voornemen de looptijd van de radioadviezen te verlengen tot 2 jaar. Wij delen u daarbij nu reeds mee dat indien u enig advies van de programmaraden niet mocht opvolgen (bijvoorbeeld een advies voor de periode 2006 – 2007) dan zullen wij de zwaarwegendheid van uw argumenten laten toetsten door de toezichthouders. Mocht u uw besluit om de looptijd van het Radioadvies op twee jaar te stellen handhaven, dan zullen wij de toezichthouders op korte termijn vragen om uitspraak te doen, zodat de belangen van de consumenten, aanbieders en programmaraden niet geschaad zullen worden. Een afschrift van deze brief sturen wij naar het Commissariaat voor de Media, Opta, NMA, Ministerie van OC&W en de Tweede kamer Commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Met vriendelijke groet, Programmaraad Flevoland, Programmaraad Friesland, Programmaraad Gelderland Oost, Programmaraad Gelderland Zuid, Programmaraad Haarlem, Programmaraad Rijnmond, Programmaraad Rotterdam, Stichting Algemene Programma Raad, Programmaraad Zuid Holland Zuid, Programmaraad Zuidoost Brabant.” [Kabelraden.nl/Radio.NL]