Voetbalrechten / De dans om de bal en het geld

De beslissing welke zender de komende drie jaar het eredivisievoetbal mag uitzenden, valt morgen. Er is onterecht veel gewicht aan gehangen. Al ligt niet iedereen wakker van de gevolgen. Dat er een net van de publieke omroep verdwijnt, bijvoorbeeld. Sport mag dan nog altijd liefkozend de belangrijkste bijzaak in het leven genoemd worden. Voetbal is dat niveau allang ontstegen, gezien het gedoe rond de eredivisierechten.

Terwijl energiebedrijf Eneco bekendmaakte dat het zijn shirt- en bordreclames uit de voetbalstadions terugtrekt, vanwege de negatieve publiciteit die de duels der elftallen vandaag de dag genereren, gingen John de Mol en ‘Studio Sport’ op verkiezingstournee langs de achttien eredivisieclubs. Gelijk hebben ze. Voetbal lijkt de ideale melkkoe. Hoge kijkcijfers. Mooie reclametarieven. Bovendien is het politiek verantwoord, want voetbal zorgt voor binding in de verder zo versnipperde samenleving.

Lang leve de eredivisie. Lang leve het voetbal. Het is makkelijk scoren. De Mol kan in één klap een groot publiek winnen voor zijn nieuwe zender, die vanaf augustus de avonduren op het kanaal van Nickelodeon gaat vullen. Dat biedt vooral interessante perspectieven ‘om vervolgens ook andere dingen aan te kunnen bieden’, verklaart zijn woordvoerder Thomas Notermans. ,,Bijvoorbeeld zijn digitale kanalen.”

Voetbal als doorgeefluik.
De Publieke Omroep hangt bij verlies van de rechten het doembeeld boven het hoofd van marginalisering en een afgeslankt bestel van twee netten. Volgens voorzitter Harm Bruins Slot van de Raad van Bestuur wordt het zonder voetbal voor de Publieke Omroep nog lastiger om in alle haarvaten van de samenleving te kruipen. ,,De eredivisie werkt als een trekpaard voor met name jongere kijkers. En juist op dat vlak hebben we vastgesteld dat we beter moeten presteren.”

Voetbal als overlevingsstrategie.
Grote belangen. Maar wie wordt nou eigenlijk zoveel gewicht toegekend? Met andere woorden: wie is de voetbalkijker? Het antwoord daarop verlicht op z’n minst de discussie over het belang van de uitzendrechten voor het eredivisievoetbal. Het zijn namelijk vooral vijftigplussers die zich voor de buis nestelen wanneer de bal rolt. Is dat de groep waarmee De Mol zijn digitale toekomst wil veiligstellen? En waarmee de Publieke Omroep voor de sociale cohesie wil zorgen? Hilversum zwemt in de vijftigplussers. Daar hebben ze het voetbal niet voor nodig.

Eerder dit jaar plaatste de visitatiecommissie van Rinnooy Kan het versterken van de maatschappelijke binding op de takenlijst van de Publieke Omroep boven de grondige informatievoorziening, de democratische platformfunctie en de cultuurspreiding. Dat was nog niet eerder gebeurd. Recente cijfers van de Stichting Kijk Onderzoek wijzen uit dat bijna de helft van het publiek dat naar voetbal kijkt vijftig-plus is. Slechts zestien procent is tussen de twintig en 34 jaar.

Die kijker heeft al bewezen ook de weg naar de commerciële zenders te vinden wanneer deze voetbal uitzenden. SBS6 trekt alweer twee jaar miljoenen kijkers met de wedstrijden van het Nederlands elftal. Naar de beslissende EK-kwalificatiewedstrijd Schotland-Nederland keken in de voorzomer liefst vijf miljoen mensen. Mochten zij op zulke avonden al heimwee voelen naar de NOS en ‘Studio Sport’ dan weerhoudt de nostalgie ze er niet van om gewoon te kijken.

De Mol kocht onlangs zes uitwedstrijden van Oranje in aanloop naar het wereldkampioenschap. Zijn eerste wedstrijd trok ruim twee miljoen kijkers op Nickelodeon. Een kinderkanaal. Saillant detail is overigens dat de uitzendingen van De Mol en SBS6 door hetzelfde bedrijf worden geproduceerd: WK Producties van Kees Jansma, jawel een oud-NOS’er en momenteel ook de perschef van het team van Marco van Basten. Tot zover de keuzevrijheid van de kijker.

Sommige critici van commerciële televisie vrezen een overkill aan voetbal, met alle gevolgen van dien, wanneer de eredivisie in handen valt van De Mol. In Engeland haakte de kijker af toen het commerciële ITV de afgelopen jaren steeds meer wedstrijden ging uitzenden. Inmiddels is de competitie daar terug bij de publieke BBC, maar de meeste uitzendingen trekken nu nog slechts vier miljoen kijkers, waar vroeger de teller niet zelden uitschoot naar twaalf miljoen.

De Stichting KijkOnderzoek stelt gerust: dit jaar was er op de Nederlandse televisie minder voetbal dan een paar jaar geleden, terwijl er gemiddeld meer mensen keken: 476 uur in 2004 (EK in Portugal), 487 uur in 2003 en 680 uur in 2002 (WK in Japan en Zuid-Korea). RTL 5 zendt dit jaar minder Duitse en Engelse competitiewedstrijden uit. Praatprogramma’s vallen overigens niet onder deze cijfers. Gemiddeld keken er dit jaar anderhalf miljoen mensen naar een voetbaluitzending. Sinds de start van het onderzoek in 2001 lag dat nog nooit zo hoog.

Toch waarschuwt sportmarketingdeskundige Frank van den Wall Bake voor het overvoeren. In de Volkskrant zei hij daarover: ,,In Nederland is het aanbod, zoals het nu in de plannen staat, nog niet te groot. We zijn nog niet over de heuvel, maar we komen er wel gevaarlijk dichtbij.” De Eredivisie CV heeft de uitzendrechten voor de komende drie jaar in zes pakketten verdeeld. Het belangrijkste pakket is het eerste samenvattingsrecht. Naar verluidt heeft de Publieke Omroep 32 miljoen geboden op jaarbasis en De Mol tussen de 36 en 40 miljoen. ‘Studio Sport’ betaalt nu jaarlijks ongeveer 23 miljoen euro voor deze tv-rechten.

Ook de bieding op de live wedstrijden achter de decoder is interessant, tussen Versatel en UPC/Canal+. Zij illustreert de strijd om de huiskamers die tussen telecombedrijven en kabelmaatschappijen is losgebarsten. Volgens Ed van Westerloo, van 1984 tot 1995 directeur van de NOS-televisie, is er ‘altijd gedoe en commotie’ geweest bij de verkoop van de televisierechten van het voetbal. Hij schrijft een boek over de geschiedenis van die gevechten onder de titel: ‘We hoeven er niet aan te verdienen’.

,,De Nederlandse Televisie Stichting, de voorloper van de NOS, heeft begin jaren vijftig twee jaar lang geweigerd een cent te betalen voor het uitzenden van de wedstrijden van het Nederlandse elftal. De KNVB vroeg vijfhonderd gulden per wedstrijd. Uiteindelijk is de NTS gezwicht voor de druk vanuit de samenleving.” Men wil voetbal zien. Nog steeds. Dat is duidelijk. Dat de verkoop aandacht verdient, is logisch, maar het gewicht wat aan de discussie wordt gehangen is ‘onterecht groot’, meent televisiewetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam, Maarten Reesink.

,,Ik verbaas me daarover. Het maximale wat er kan gebeuren, is dat de Publieke Omroep teruggaat van drie naar twee netten. Daar lig ik niet wakker van. Alleen in Italië hebben ze meer zenders per hoofd van de bevolking. Nu de Tros in het bestel blijft, is er minder noodzaak om de voetbalrechten te behouden. De Tros zorgt voor verbreding. Veel belangrijker en ingrijpender voor het Nederlandse televisielandschap zal de toekomstvisie van staatssecretaris Medy van der Laan (media) zijn. Dat wordt in het voorjaar bekendgemaakt.” [Trouw/Esther Scholten/Radio.NL]

Gerelateerde berichten