Zes fractievoorzitters debatteerden deze week over de relatie tussen de politiek en de media. Doorgaans zijn politici terughoudend met het uiten van kritiek op de journalistiek. Nu konden de remmen even los. Over hoe het zou moeten, werden de fractievoorzitters van CDA, PvdA, VVD, GroenLinks, D66 en Christen Unie het niet eens. Dient een krant kleur te bekennen of draait alles om objectiviteit? Moet een medium consequent aan één mening vasthouden of is de lezer juist gebaat bij een palet van meningen? Eensgezindheid was er wel over de makke in de journalistiek: de hijgerigheid.
‘Slow Journalism’, oftewel ’trage journalistiek’, bepleitte PvdA-leider Wouter Bos. ,,Na slow food en slow music en slow sex. Gewoon iets meer tijd nemen om kwaliteit te bieden om van die kwaliteit te genieten.”
VVD-leider Jozias van Aartsen verkondigde dat de journalistiek wat hem betreft veel te veel tijd besteedt aan ‘hypes’. ,,Mogelijke verschillen of ruzies tussen politici worden structureel overbelicht. Het zou net iets meer over de inhoud moeten gaan en iets minder over de poppetjes.” De fractieleiders debatteerden in de hal waar de nacht tevoren de eerste tabloid-Trouw van de drukpersen rolde. Aan de orde kwamen de columns die ze schreven over de vraag ‘Hoe kunnen de media de samenleving een betere dienst bewijzen?’
André Rouvoet, fractieleider van de ChristenUnie, bracht naar voren dat kranten vooral voor de diepgang en minder voor de vluchtigheid moeten kiezen. ,,Als kranten denken dat ze het gat met de televisie moeten dichtrijden, dan is mijn boodschap: niet doen, dat lukt nooit. Een krant moet de verdieping brengen die televisie nooit kan bieden.”
GroenLinks-fractieleider Femke Halsema deelde met Boris Dittrich van D66 de opvatting dat de journalistiek meer aan zelfkritiek moet doen. ,,Ik zie te weinig onderling, openbaar debat tussen journalisten over de kwaliteit van de journalistiek.” Bovendien stelde ze vast dat er ten onrechte een taboe ligt op het bekritiseren van de journalistiek. ,,Dat is not done.” Dittrich bepleitte, naar Belgisch voorbeeld, de invoering van een recht op weerwoord.
Om van de hypes terug naar de inhoud te komen, ligt er een taak voor journalistiek en politici samen, zo waren de fractievoorzitters het eens. Zolang politici reageren op een hype, blijft de journalistiek er over berichten en vice versa. Bos: ,,We houden elkaar in de houdgreep. We zitten elkaar aan te kijken wie er als eerste die cirkel doorbreekt.” [Trouw/Radio.NL]