De regionale omroepen moeten hun taak en publieke functie veel scherper formuleren. Het bestaansrecht van deze zenders komt in gevaar, als ze geen duidelijke rol voor zichzelf opeisen in het nieuwe medialandschap. Dat betoogde mediadeskundige Paul Rutten afgelopen week op het jaarlijkse congres van de Roos, de koepel van de publieke regionale omroepen.
Rutten, TNO-onderzoeker en verbonden aan de Hogeschool In Holland en de Erasmus Universiteit, vindt het een slecht teken dat in het politieke debat over de publieke omroep nauwelijks aandacht is voor de regionale (publieke) omroepen.
‘In het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid komen de woorden regionale omroepen niet eens voor.’ De regionalen moeten volgens Rutten niet de fout maken dat ze goed zitten zolang de politiek zich niet met hen bemoeit. De zenders moeten zich volgens hem concentreren op de vraag in welke vorm ze ‘het verhaal uit de regio’ willen blijven brengen. Het huidige monopolie van de omroepen verdwijnt als door technische ontwikkelingen de schaarse ruimte op de tv-kabel verleden tijd is en ook anderen, zoals uitgevers, het publiek regionale nieuwsbeelden aanbieden. Rutten vindt overigens dat de politiek de regionale omroepen niet mag verbieden om naast nieuws en achtergronden ook verstrooiende programma’s te maken. ‘Als je dat zegt, dan weet je niet hoe televisie werkt.’
Directeur/hoofdredacteur Henny Everts van Radio Oost vindt dat de regionale omroepen zich nadrukkelijker moeten presenteren. Hij pleit voor een landelijke promotiecampagne, waarvoor de regionalen ‘best een paar cent op tafel mogen leggen’. [Tubantia/Radio.NL]