De open brief aan de leden van D66, die de NCRV vrijdag 1 april 2005 heeft geplaatst in enkele dagbladen, heeft veel stof doen opwaaien in Den Haag. Daarbij is de strekking van de brief deels in een verkeerd vaarwater gekomen.
“De open brief is geen oproep aan de leden van D66 om het gehele Paasakkoord af te wijzen. We roepen de leden van D66 alleen op de mediaparagraaf te schrappen, die door D66 als één van de voorwaarden is gesteld. Het Paasakkoord betreft veel meer wezenlijke onderdelen, die al volop besproken worden in de media. Het afwijzen van het hele akkoord zou leiden tot een Kabinetscrisis en dat willen wij niet. D66 is juist de enige coalitiepartner, die de mediaparagraaf kan schrappen zonder een Kabinetscrisis te veroorzaken. Daarom is de open brief bewust niet gericht aan CDA of VVD.
Onze zorgen en bezwaren gelden met name de aantasting van de onafhankelijkheid van de publieke media, de breedte en kwaliteit van het media-aanbod en de invloed van het publiek via omroepverenigingen. De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling RMO heeft dit bijvoorbeeld helder geformuleerd: de overheid dient de onafhankelijkheid en pluriformiteit van de media actief te beschermen; de media moeten actief verantwoording afleggen aan het publiek en de rol van burgers versterken. Het kabinet onderschrijft deze uitgangspunten. In deze optiek kan de regering niet bepalen welke genres en programma’s uitgezonden mogen worden, zoals staatssecretaris Van der Laan toelichtte. De uitleg van de heer Atsma (mediawoordvoerder CDA) biedt meer perspectief voor de omroepen. Onze open brief was daarom ook gericht aan D66.
Sommige politici stellen, dat omroepverenigingen zich niet zouden mogen mengen in een politiek debat. De NCRV meent dat zij – net als elke maatschappelijke organisatie – mag en moet opkomen voor haar missie, visie, belangen en leden. Voor het uiten van onze zorgen en bezwaren is welbewust afgezien van gebruik van de eigen publieke media en geadverteerd in enkele dagbladen. Daarmee is onze positie dezelfde als voor elke andere maatschappelijke organisatie.
Nog deze week stelde de Raad voor Cultuur weer eens vast, dat de Nederlandse publieke omroep goed presteert in internationaal perspectief. Met een hoogwaardig en divers programmapakket wordt een breed publiek bereikt tegen lage kosten. Dit is het resultaat van de gezamenlijke inspanningen van de omroepen, die elk op hun eigen wijze innovatie, diversiteit, pluriformiteit en maatschappelijke verankering vormgeven. De NCRV staat altijd open voor elk debat over verbetering van het bedienen van het algemeen publiek en doelgroepen. Dat is voor de NCRV de leidraad voor vernieuwing van het publieke bestel.“ [Radiowereld.NL]