De Filipijnse radiomaker en voormalige loco-burgemeester Fernando Batul is maandag op weg naar zijn werk doodgeschoten door twee mannen op motoren. De moord, de laatste in een reeks op journalisten en activisten in de Filipijnen, werd gepleegd in Puerto Princesa, 580 kilometer ten zuidwesten van Manilla.
Als commentator van Radio DYPR had Batul de plaatselijke autoriteiten de mantel uitgeveegd over de contracten waarmee zij Filipijnse arbeiders naar Taiwan sturen. Ook had hij hun woede gewekt door plaatselijke communistische guerrillastrijders te interviewen, zei het Centrum voor Vrijheid en Verantwoordelijkheid van de Media. Vorige maand werden voor zijn huis twee niet-ontplofte handgranaten gevonden, met een briefje erbij dat zijn gezin zou worden getroffen als hij zou doorgaan met zijn kritische commentaren, zei het centrum.
Burgemeester Edward Hagedorn van Puerto Princesa, die Batul naar eigen zeggen ooit wegens smaad aanklaagde, loofde 500.000 peso (7.500 euro) uit voor informatie over de daders en gaf de politie opdracht de zaak binnen 48 uur op te lossen. Batul moest zijn functie van loco-burgemeester opgeven toen een klacht van de huidige functionaris over de gang van zaken bij de verkiezingen gegrond werd verklaard, zei Hagedorn.
Voor de moord op Batul maakte de Filipijnse journalistenbond bekend dat er 78 journalisten waren vermoord sinds het herstel van de democratie in 1986. De in Brussel gevestigde Internationale Federatie van Journalisten zei vorige week dat de situatie in de Filipijnen ,,van kwaad tot erger” was geworden nadat een persfotograaf was vermoord en een andere journalist door een plaatselijke functionaris was afgetuigd. [Novum/AP/Radio.NL]
