Journalisten verdacht van schenden staatsgeheimen

Twee verslaggevers van De Telegraaf worden verdacht van het schenden van staatsgeheimen. De twee zijn dinsdag ‘urenlang’ verhoord, meldt de krant woensdag. Ook werden zij gedwongen DNA-materiaal af te staan. De journalisten hadden in januari geciteerd uit vertrouwelijke stukken van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD).

De Telegraaf meldde in januari dat de AIVD eind jaren negentig onderzoek deed naar corruptie bij hoge ambtenaren van politie en justitie in de zaak rond topcrimineel Mink K.. Deze zou jaarlijks miljoenen reserveren voor omkopingspraktijken. De geheime stukken van de AIVD waaruit de krant citeerde zouden in het criminele circuit circuleren. De dienst deed kort na publicatie aangifte tegen de krant en kondigde ook een intern onderzoek aan. Vorige week werd een verdachte opgepakt in de zaak.

De krant stelt ‘in het algemeen belang’ te zijn overgegaan tot publicatie van delen uit de staatsgeheime dossiers. Hierin werd melding gemaakt van ‘schokkende verdenkingen over corruptie in de hoogste kringen van politie en justitie’, stelt het dagblad. Volgens De Telegraaf was verder van groot belang dat deze stukken op straat zijn beland.

De twee verslaggevers, Joost de Haas en Bart Mos, hebben tijdens de verhoren niet geantwoord op vragen over de identiteit van hun bronnen. Zij beriepen zich als journalisten op hun verschoningsrecht. De advocaat van de twee laat woensdag in de Volkskrant weten dat justitie nog geen besluit heeft genomen over strafrechtelijke vervolging. Op het schenden van staatsgeheimen staat een maximumstraf van zes jaar cel. [Novum/Radio.NL]

Gerelateerde berichten