Het kabinet heeft woensdag ingestemd met de nieuwe mediawet. Staatssecretaris van Cultuur Medy van der Laan (D66) zegt de wet ‘zo simpel mogelijk’ te hebben gehouden. Vanaf 2008 bestaat de publieke omroep (PO) uit één stichting, de NOS. De verschillende omroepverenigingen krijgen als zogeheten licentiehouders een eigen publieke taak.
Van der Laan is ‘heel blij’ met de goedkeuring van het kabinet. Over de toekomst van het publieke bestel wordt al geruime tijd politieke strijd gevoerd. De bewindsvrouw wil dat omroepen weer programma’s gaan maken die aansluiten bij hun achterban. Zij moeten zich hierbij vooral richten op nieuwsvoorziening, opinie en maatschappelijk debat en cultuur. Amusementsprogramma’s zijn niet langer een doel op zich. Gevreesd wordt dat hierdoor programma’s verdwijnen.
De NPS, die nu tot taak heeft om culturele en multiculturele programma’s te maken, kan niet bogen op een eigen achterban, en verdwijnt uit het bestel. Van der Laan verwacht dat de NPS op den duur opgaat in de NOS.
De omroepverenigingen worden ‘gesplitst’ in een commercieel deel en een publiek deel. Zij mogen zelfstandige commerciële activiteiten ontplooien als deze strikt worden gescheiden van hun publieke taak. Als publiek bedrijf -licentiehouders- moeten zij zich houden aan de doelstellingen van de PO. Dit wordt getoetst door het Commissariaat van de Media.
Minstens veertig procent van het budget moet worden besteed aan externe producenten. Dit kunnen onafhankelijke producenten zijn, maar ook commerciële productiebedrijven waarin de omroepen deelnemen.
Opinie en maatschappelijk debat blijven voorbehouden aan licentiehouders. Hiermee wordt voorkomen dat een commercieel bedrijf zonder maatschappelijke achterban een opiniërend programma op het publieke net krijgt. Iedere ideële organisatie met een maatschappelijke achterban van meer dan vijftigduizend leden kan toetreden tot het publieke bestel.
Het wetsvoorstel wordt binnenkort naar de Tweede Kamer gestuurd. Van der Laan verwacht nog voor de kerst de goedkeuring van het parlement te hebben. “Ik ga het debat met vertrouwen tegemoet.”
[Novum/Radio.NL]
Hoogtepunten wetsvoorstel nieuwe Mediawet
Doel van de wet is te waarborgen dat de publieke omroep ook in het digitale medialandschap zijn maatschappelijke functies zal kunnen vervullen en blijft voldoen aan de democratische, sociale en culturele behoeften van de maatschappij.
Taakopdracht en organisatie
– De eindverantwoordelijkheid voor de publieke omroep ligt bij de raad van bestuur van de NOS. De raad van bestuur beschikt over 75% van het totale budget.
– Omroepverenigingen- en stichtingen (licentiehouders) krijgen een eigen publieke taak en een gegarandeerd budget (21,5 % van het totale budget) voor programma.s (content) in de functie opinie en maatschappelijk debat.
– Het bestel wordt open voor toetreding van ideële omroeporganisaties met een maatschappelijke achterban van meer dan 50.000 leden.
– De publieke omroep werkt multi- en crossmediaal: content wordt langs verschillende wegenaan het publiek aangeboden. Internet is voortaan hoofdtaak. Content staat centraal in plaats van zendtijd.
– Iedereen die op 31 augustus 2008 in dienst is bij de NPS en Educom gaat over naar de Publieke Omroep (formeel: Stichting NOS).
– De raad van bestuur besteedt minimaal 40% van het budget (niet gebonden aan een functie) aan externe producenten. Tot die externe producenten behoren onafhankelijke producenten, maar ook commerciële productiebedrijven waarin de omroepen deelnemen.
– Conform de Europese Richtlijn wordt minimaal 10% van de zendtijd uitbesteed bij .echte. onafhankelijke producenten.
– De taakopdracht van de publieke omroep wordt aangescherpt aan de hand van de functies nieuwsvoorziening, opinie en maatschappelijk debat en cultuur, educatie en overige informatie.
– Amusement is niet langer een doel op zich, maar blijft mogelijk als vorm en hulpmiddel om publieke functies te realiseren.
– Het huidige systeem van financiering, met inkomsten uit reclame en een rijksbijdrage, blijft gehandhaafd.
– De publieke omroep . inclusief de licentiehouders – mag met voorafgaande goedkeuring door het Commissariaat voor de Media maatschappelijk ondernemen. De wet verstaat onder maatschappelijk ondernemen alle activiteiten die verband houden met en bijdragen aan de publieke taak. Inkomsten uit maatschappelijk ondernemen vloeien altijd weer terug naar de publieke taak.
– Daarnaast mogen de licentiehouders ook economisch ondernemen, dat wil zeggen zelfstandige (stand alone) commerciële activiteiten ontplooien, mits deze activiteiten strikt gescheiden zijn van de publieke taak, onder wettelijke voorwaarden en met voorafgaande goedkeuring door het Commissariaat.
