De vooraanstaande Russische journaliste Anna Politkovskaja, die kritisch schreef over de oorlog in Tsjetsjenië, is zaterdag vermoord. Het 48-jarige slachtoffer werd gevonden in een lift van de Moskouse flat waar ze woonde. Haar lichaam vertoonde twee schotwonden, waarvan één in het hoofd.In de Novaja Gazeta, de krant waarvoor ze werkte, had maandag een artikel van Politkovskaja moeten verschijnen waarin getuigen aan het woord komen over martelingen en ontvoeringen in Tsjetsjenië en waarbij foto’s geplaatst zouden worden van gemartelde lijken, zo maakte de krant bekend. Politkovskaja had het artikel nog niet ingeleverd.
Volgens de politie moet de moord het werk zijn geweest van een professionele huurmoordenaar. Sinds Vladimir Poetin in 2000 president werd zijn er in Rusland volgens het Comité ter Bescherming van Journalisten (CPJ) inclusief Politkovskaja al zeker dertien journalisten het slachtoffer geworden van een huurmoord. Politkovskaja vertelde onlangs voor de radio dat ze als getuige optrad in een strafzaak tegen de door Moskou gesteunde Tsjetsjeense premier Ramzan Kadyrov, een gevreesd man wiens ordetroepen zijn beschuldigd van het ontvoeren van burgers en andere misdrijven. Ze zei in het bezit te zijn van foto’s van de lijken van twee vermoorde personen bij wier ontvoering Kadyrov persoonlijk betrokken zou zijn geweest. Politkovskaja stelde het optreden van Kadyrovs ordetroepen veelvuldig aan de kaak, onder andere in een boek waarin ze ook Poetin aanvalt op diens beleid in Tsjetsjenië, evenals het Russische leger, dat veelvuldig Tsjetsjeense burgers mishandelt.
,,Wat onmiddellijk in je hoofd opkomt is dat Anna veel vijanden had”, zei de directeur van in het New York gevestigde CPJ, Joel Simon. De Novaja Gazeta schreef op zijn website dat Politkovskaja ofwel in opdracht van Kadyrov is vermoord, ofwel om Kadyrov in diskrediet te brengen. De Russische procureur-generaal Joeri Tsjaika gaat het onderzoek naar de moord persoonlijk leiden, zo maakte zijn kantoor zondag bekend. Haar collega’s bij de Novaja Gazeta zeiden desondanks een eigen onderzoek te zullen instellen, omdat ze weinig vertrouwen hebben in de Russische justitie. De Raad van Europa drong aan op een snel en grondig onderzoek. Voormalig Sovjetpresident Michail Gorbatsjov noemde de moord ‘een slag voor de hele democratische, onafhankelijke pers’.
In 2004, ten tijde van het gijzelingsdrama op een school in het Zuid-Russische Beslan, ontsnapte Politkovskaja volgens veel collega’s aan een aanslag op haar leven. Ze werd ernstig ziek na het drinken van thee tijdens een vliegreis van Moskou naar Zuid-Rusland. [AP/Novum/Radio.NL]