De twee journalisten van de Telegraaf zijn rechtmatig afgeluisterd door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Dat schrijft minister van Binnenlandse Zaken Johan Remkes (VVD) donderdag in een brief aan de Tweede Kamer. Hij onderschrijft hiermee de resultaten van het onderzoek door de Commissie van Toezicht Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Een Kamermeerderheid had de minister om opheldering gevraagd over het afluisteren van de journalisten.
Volgens de commissie mochten journalisten worden afgeluisterd, omdat dit in het belang was van de nationale veiligheid. De AIVD heeft wel een fout gemaakt door een uur te vroeg te beginnen met afluisteren. Ook heeft de dienst de gesprekken te uitgebreid uitgewerkt, stelt de commissie. Dit deed alleen niets af aan de rechtmatigheid.
De twee journalisten schreven in januari dat geheime informatie van de Binnenlandse Veiligheidsdienst, de voorloper van de AIVD, terecht was gekomen bij de drugsmaffia. De publicatie van dat artikel was aanleiding voor de dienst om de twee verslaggevers af te luisteren en te volgen. De krant spande vervolgens een kort geding aan tegen de Staat omdat de persvrijheid was geschonden. Hoewel de krant eerst in het gelijk werd gesteld, bepaalde het gerechtshof in Den Haag in hoger beroep dat de AIVD ‘in beginsel’ journalisten wel mag afluisteren.
Eind november kwamen dezelfde Telegraaf-journalisten opnieuw in het nieuws, toen zij door de rechtbank in Den Haag in gijzeling werden genomen. Ze weigerden te onthullen welke bron de staatsgeheime dossiers van AIVD had verstrekt. Na vier dagen werden zij weer vrijgelaten. [Novum/Radio.NL]
