De Wereldomroep krijgt geen reprimande van minister van Cultuur Ronald Plasterk (PvdA). De Partij voor de Vrijheid (PVV) had daarom gevraagd naar aanleiding van uitspraken van hoofdredacteur Joop Daalmeijer. De hoofdredacteur had gezegd dat zijn redactie zich na de onthulling van de omroep over de bijbaan van PvdA-Kamerlid Khadija Arib ‘voor het karretje’ van Geert Wilders voelde gespannen.
Plasterk trekt daaruit niet de conclusie dat de Wereldomroep bevooroordeeld is, schrijft hij in antwoord op Kamervragen van de PVV.
Daalmeijer deed zijn uitspraken vorige maand in de Volkskrant. Hij zei dat de parlementaire redactie van de omroep woedend was over het journalistieke speurwerk naar Arib door de Arabische redactie. Maar daaruit blijkt volgens Plasterk niet dat de Wereldomroep mogelijk bereid is ‘feiten te verzwijgen als zij niet passen in een linkse levensvisie’, zoals PVV-Kamerlid Martin Bosma het verwoordde.
“In het artikel wordt melding gemaakt van een journalistieke discussie”, schrijft Plasterk in zijn antwoorden. “Die wordt niet naar buiten gebracht, maar maakt wel deel uit van de journalistieke research en het professionele debat.” De bewindsman stelt vast dat ‘hoor en wederhoor is toegepast en alle kanten van deze zaak worden belicht’.
De PVV wilde dat de minister de Wereldomroep eraan zou herinneren dat de belastingbetaler opdraait voor de kosten van de omroep. De minister vindt dat niet nodig, schrijft hij. “Die informatie is bij de Wereldomroep bekend.”
De nevenfunctie van Arib leidde tot veel ophef. Het Kamerlid bleek sinds november zitting te hebben in een werkgroep van een onafhankelijke adviesraad voor de mensenrechten in haar vaderland Marokko. De raad rapporteert aan koning Mohammed VI. De PVV vond dat ze daarmee een loyaliteitsprobleem had. Als ze haar nevenfunctie niet zou opgeven, moest ze wat de PVV betreft haar Kamerlidmaatschap opzeggen. Na een spoeddebat bleek Arib de steun te krijgen van een meerderheid in de Tweede Kamer. [Novum/Radio.NL]