Het Eurovisie songfestival wordt vaak gezien als een oubollig en klassiek evenement. NOS-directeur Gerard Dielessen ziet dat graag in de komende jaren veranderen. “Het songfestival is al een halve eeuw oud en roept vooral traditie op”, zegt hij. “Maar het is in de loop der jaren al een stuk moderner geworden.”
Dielessen vindt dat sinds de toetreding van de Oostbloklanden het festival een jonger publiek trekt. Wel vindt hij dat er met de tijd moet worden meegegaan. “Ook van oudsher deelnemende landen moeten een eigentijdsere aanpak hebben.” Zelfs de eigen deelname kan moderner vindt de directeur. Welke ideeën daarbij horen is Dielessen ook nog niet duidelijk. “Ik heb geen idee”, zegt hij. Het moet in elk geval meer mensen gaan aanspreken. “Maar winnen is een stuk moeilijker geworden.”
Hoewel het muziekspektakel door de jaren heen al vele veranderingen heeft ondergaan, worden er opnieuw plannen gemaakt om het festival aan te passen. In 1998 werd het stemmen via de telefoon geïntroduceerd. Een jaar later traden de Oostbloklanden toe en konden de leden van het orkest hun koffers pakken. Inmiddels mag elk land zelf weten in welke taal zij hun nummer ten gehore brengen. Nu denkt de organisatie, de European broadcasting Union, erover vanaf volgend jaar twee halve finales te gaan houden.
Met Edsilia als deelnemend artiest en het bijbehorende nummer ‘On top of the world’ is Dielessen tevreden. “We hebben dit jaar voor een andere opzet gekozen, met een artiest die van tevoren wist dat ze naar het Songfestival zou gaan”, zegt hij. “En het nummer is gemaakt door één van de belangrijkste componisten in ons land, Tjeerd Oosterhuis.” Het festival vindt zaterdag in Helsinki plaats. [Novum/Radio.NL]