Joris Luyendijk heeft de Dick Scherpenzeelprijs gewonnen voor zijn boek ‘Het zijn net mensen’. De fotovariant van de persprijs ging naar Sven Torfinn, die een reportage maakte over de verkiezingen in Congo. In zijn boek schreef Luyendijk over de wijze waarop de media berichten over het Midden-Oosten. Daarin gaf hij aan dat de lezer een beperkt en gekleurd beeld krijgt van de situatie.
Correspondenten zouden veelal achter persvoorlichters aanlopen, terwijl de bevolking in dictaturen zich zelden kan uitspreken uit angst voor represailles. Luyendijk, presentator van Zomergasten, vertrok eind jaren negentig naar het Midden-Oosten. Aanvankelijk deed hij onderzoek in Egypte, waarna hij correspondent werd voor achtereenvolgens de Volkskrant, Radio 1, NRC Handelsblad en het NOS Journaal.
Torfinn won met een serie zwart-witportretten van volksvertegenwoordigers in de Democratische Republiek Congo. De in de Keniaanse hoofdstad Nairobi gevestigde fotograaf bracht de eerste verkiezingen van Congo in veertig jaar in beeld. Torfinn brengt de traditionele leider, de zakenman, de kolonel en de presidentskandidaat in beeld.
De prijs is opgericht ter nagedachtenis van de journalist Dick Scherpenzeel (1923-1973), een pionier op het gebied van ontwikkelingsvraagstukken. De prijs gaat jaarlijks naar journalisten die mensen meer inzicht verschaffen in ontwikkelingen in niet-westerse landen. Luyendijk en Torfinn krijgen de prijs, waaraan een geldbedrag van 4500 euro verbonden is, op 31 oktober in Utrecht overhandigd van minister voor Ontwikkelingssamenwerking Bert Koenders (PvdA). [Novum/Radio.NL]