Toegankelijkheid, mobiliteit en variëteit zijn de belangrijkste redenen voor luisteraar om fan te zijn van een radiostation. Althans, in Amerika. Een uitgebreid onderzoek naar de waardering van radiostations leverde voorspelbare maar – ook voor Nederland – bruikbare resultaten op.
Zo bleek dat onder de 5000 ondervraagden bijna iedereen radiostations ‘op elkaar vindt lijken’. Veel geïnterviewden wezen op de ‘saaie voorspelbare’ muziekkeuze van veel stations. De doelgroep gaf aan ‘meer keuze’ te willen hebben in muzieksoort. Meer variëteit op de FM- (en in de VS HD-) band zou de waardering van het medium enorm positief beïnvloeden.
Radio wordt in de VS gezien als ‘companion’, en heeft dus nog altijd de potentie een persoonlijke band met haar luisteraars aan te gaan. Wel wordt radio ook vaak gezien als ‘achtergrond’, niet als medium dat de volle aandacht heeft. Aan de andere kant werd dit ook als voordeel genoemd: radioluisteren is iets dat je kunt combineren met een andere bezigheid. En: radio is betrekkelijk eenvoudig overal te ontvangen, hetgeen deze ‘vanzelfsprekendheid’ bevordert.
De in Amerika uit efficiency-overweging vaak doorgevoerde ‘formatsyndication’ (stationsnamen, jingles, grafische uitingen en acties worden in verschillende markten bijna identiek ingevoerd) wordt als redelijk negatief ervaren. Veel stations vallen soms door de mand als ‘niet-lokaal’, hoewel het programmeren van locale dj’s daar weer een positieve invloed op heeft.
Het onderzoek werd in opdracht van de National Association of Broadcasters (NAB), de Radio Advertising Bureau (RAB) en de Digital Radio Alliance uitgevoerd. Meer resultaten op de site van de NAB. [MW/Radio.NL]
