‘Verliezen bij kranten geen zaak voor omroepen’

De publieke omroep moet niet opdraaien voor de dreigende verliezen bij kranten. De omroepen zouden juist meer moeten samenwerken met uitgevers van kranten. Dat schrijft bestuursvoorzitter van de publieke omroep Henk Hagoort op de opiniepagina van de Volkskrant. Hij pleit voor een platform met audiovisuele content van de omroep en geschreven achtergronden vanuit de kranten.

Hoogleraar informatierecht Egbert Dommering pleitte vorige week in NRC Handelsblad voor meer overheidsgeld voor de uitgevers en minder geld voor de omroep, omdat sprake zou zijn van oneerlijke concurrentie. De omroepen kunnen namelijk subsidiegelden gebruiken voor nieuwsvoorziening via internet, en kranten niet. De PVV’ers Geert Wilders en Martin Bosma hielden in het verlengde daarvan zaterdag in de Volkskrant een pleidooi voor het afschaffen van de Ster om met de opbrengsten daarvan de kranten te subsidiëren.

Hagoort dient de criticasters met zijn ingezonden stuk van repliek. Hij noemt het jammer dat de legitimatie van een brede en sterke publieke omroep ter discussie wordt gesteld. “Het zou beter zijn om samen te werken en elkaar niet te bestrijden, maar te versterken in de strijd om journalistieke kwaliteit.”

Het pleidooi van de PVV gaat volgens Hagoort voorbij aan de oorzaken van de malaise bij veel kranten. Hij wijst erop dat de afgelopen jaren bij PCM en Wegener honderden miljoenen euro’s in de zakken van buitenlandse aandeelhouders zijn verdwenen. Tot overmaat van ramp zou in de krantenwereld sprake zijn van ‘functieverlies’. Zo ziet Hagoort een generatie opgroeien die nieuws louter consumeert via televisie en internet.

Het afschaffen van de Ster, zoals betoogd door Wilders en Bosma, ziet Hagoort dan ook niet zitten. De inkomsten van de Ster worden door Den Haag geïnd, en niet door Hilversum, schrijft hij. Bij het afschaffen van de Ster zou het geld daarom niet terugvloeien naar de Nederlandse burger, maar worden opgestreken door de buitenlandse aandeelhouders die achter de Nederlandse kranten en commerciële tv-zenders schuilgaan.

Dat sprake is van oneerlijke concurrentie, omdat de publieke omroep belastinggeld in internet kan investeren en de kranten niet, noemt Hagoort een verkeerde voorstelling van zaken. Slechts 3,5 procent van het budget zou aan internet worden besteed. Internet wordt volgens Hagoort niet gebruikt om te concurreren met de kranten, maar om de programma’s bij de mensen te brengen. [Novum/Radio.NL]

Gerelateerde berichten