Zeker 109 journalisten zijn vorig jaar bij het uitoefenen van hun werk omgekomen, door opzet of per ongeluk. Dat zegt de Internationale Federatie van Journalisten (IFJ) in haar jaarverslag over persvrijheid in de wereld. Het brengen van nieuws uit oorlogsgebieden blijft een levensgevaarlijke bezigheid voor verslaggevers, cameramensen, producers en fotografen, aldus de IFJ.
Over 2007 rapporteerde de IFJ de dood van 175 journalisten. De vreugde over de duidelijke afname wordt echter bedorven door de dood van tien journalisten in de eerste maand van dit jaar, zei algemeen secretaris Aidan White.
De door IFJ genoemde doden zijn niet allemaal journalisten in de strikte zin van het woord. Ook tolken en chauffeurs die in dienst van nieuwsorganisaties om het leven komen worden meegeteld. Een andere belangengroep van journalisten, het in Parijs gevestigde Verslaggevers Zonder Grenzen, komt tot 86 omgekomen journalisten in 2008.
Irak blijft de gevaarlijkste plek voor journalisten, zei White, al daalde het aantal doden daar aanzienlijk: zestien in 2008 tegenover 65 in 2007. De daling is te danken aan het afnemen van het sektarisch geweld. Het algehele sterftecijfer onder journalisten in Irak blijft hoog. Sinds het begin van de Amerikaanse militaire operatie kwamen er 284 om het leven. De IFJ zei met andere journalistenorganisaties samen te werken om speciale veiligheidstrainingen te verzorgen voor nieuwsmedewerkers in Irak.
In zowel Mexico als India kwamen tien journalisten om het leven en de Filipijnen en Pakistan worden steeds gevaarlijker voor journalisten, aldus het rapport. In de Filipijnen kwamen negen nieuwsmedewerkers om en in Pakistan zeven. In de Filipijnen worden steeds meer journalisten doodgeschoten omdat ze berichten over corruptie en wetteloosheid. De IFJ vertegenwoordigt zeshonderdduizend journalisten in 123 landen. [Novum/Radio.NL]