Journalisten krijgen een wettelijk recht om niet te zeggen wie hun bronnen zijn. Dat recht is echter niet onbeperkt. Dat staat in een wetsvoorstel waarmee het kabinet vrijdag heeft ingestemd. Het zogeheten verschoningsrecht gaat gelden voor alle ‘professionele berichtgevers’. Er is dus geen onderscheid tussen journalisten en bijvoorbeeld bloggers.
De enige voorwaarde is dat het moet gaan om een publicatie die ‘bedoeld is voor openbaarmaking op ruimere schaal’. Het recht op bronbescherming geldt niet als een publicatie de nationale veiligheid in gevaar heeft gebracht. Het is aan de rechter om daar een oordeel over te vellen.
Het kabinet komt met het wetsvoorstel, dat al eerder was aangekondigd, op de dag dat bekend werd dat de commissie die toezicht moet houden op de inlichtingendiensten, de CTIVD, met een oordeel kwam over het afluisteren van een aantal Telegraaf-journalisten.
De CTIVD oordeelde dat minister van Binnenlandse Zaken Guusje ter Horst (PvdA) de inlichtingendienst AIVD te snel toestemming heeft gegeven de journalisten te gaan afluisteren. Ter Horst vindt niet dat zij verkeerd heeft gehandeld, maar zegt in de toekomst rekening te zullen houden met het oordeel. [Novum/Radio.NL]