Als het aan de Republikeinen ligt, dan krijgt de Amerikaanse publieke radio, beter bekend als NPR, geen subsidie meer. Afgelopen week stemde het Huis van Afgevaardigden in met een wetsvoorstel om de subsidie af te schaffen. Daarnaast werd een voorstel aangenomen wat radiostations verbiedt om programma’s van de NPR te kopen met geld dat is verstrekt door de overheid.
De wet is overigens pure symboolwetgeving, want de senaat, waar de Democraten de meerderheid hebben, zal deze wet nooit aannemen.
De NPR is een non-profit organisatie die programma’s levert aan niet commerciële radiostations in de Verenigde Staten. Het gaat hierbij voornamelijk om nieuws- en culturele programma’s. De NPR werd in 1970 opgericht en maakt sinds april 1971 programma’s, waarvan “Morning Edition” tijdens de ochtendspits en “All things considerd” tijdens de avondspits de bekendste zijn.
Het grote verschil tussen de NPR en de Nederlandse Publieke Omroepen (NPO) is dat de NPR wel programma’s maakt, maar niet zelf uitzendt. Dat laat de organisatie over aan de vele aangesloten radiostations, die de programma’s van NPR kopen. Bijna iedere stad of dorp heeft zijn eigen radiostation, dat is aangesloten bij de NPR. In New York City zijn dit bijvoorbeeld WNYC op 93.9 FM en AM 820, alsmede WQXR op 105.9 FM. In Los Angeles zijn de NPR programma’s via KCRW op 89.9 FM te beluisteren.
Daarnaast is ook de financiering anders, want terwijl de NPO per jaar honderden miljoenen aan overheidsgeld en reclame-inkomsten binnensleept, wordt de NPR voor slechts een klein deel betaald door de overheid. Jaarlijks krijgt de NPR $2,8 miljoen aan subsidie. De rest wordt bekostigd door donaties van sponsoren en de luisteraars zelf.
Zoals bekend is, moet de Verenigde Staten flink bezuinigen. Het overheidstekort is inmiddels al opgelopen tot een slordige $1 biljoen. De Tea Party, een Amerikaanse populistische protestbeweging, is nu van mening dat het intrekken van de $2,8 miljoen aan de NPR flink zal bijdragen aan het wegwerken van het overheidstekort. Zij kregen hiervoor gehoor bij de Republikeinen, die de NPR helemaal niets vinden.
De NPR is namelijk net als de NOS en de BBC een beetje links en dat is natuurlijk tegen het zere been van de rechtse Republikeinen. Zij zien liever dat mensen naar Fox News kijken of luisteren naar radioshows van Rush Limbaugh of Sean Hannity, waar de standpunten van de Republikeinen uitgebreid gepromoot worden.
Al lange tijd is de NPR mikpunt bij de Republikeinen en dat werd er niet beter op na recente controverses bij de NPR. Zo werd Juan Williams, presentator van het programma ‘Talk of the Nation’ vorig jaar oktober ontslagen door NPR, nadat hij zich in het programma van Bill O’Reilly op Fox News negatief had uitgelaten over Moslims. Williams vertelde dat hij toch wel het zweet op het voorhoofd kreeg als hij merkte dat hij met Moslims in een vliegtuig zat. De presentator sprak daarbij nog net niet uit bang te zijn om met het vliegtuig in een toren te belanden.
En dan was er nog het akkefietje met Ronald Schiller, hoofdverantwoordelijke voor het binnenhalen van donaties, die zogenaamd een afspraak had met een Moslimbeweging die geld wilde schenken aan de NPR. Het bleek echter een list te zijn, alleen had Schiller dat niet door. Tegenover zijn gesprekpartners vertelde hij dat hij de Tea Party maar racisten vond. Helaas voor Schiller werd het hele gesprek vastgelegd met de verborgen camera. Schiller besloot hierdoor af te treden.
Afgelopen week stemde het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden over een wetsvoorstel om de subsidie voor NPR af te schaffen. Tevens bevatte het voorstel een verbod voor radiostations om NPR-programma’s te kopen van geld dat is verstrekt door de overheid. Uiteindelijk werd het voorstel met 228 stemmen voor en 192 stemmen tegen aangenomen, waarbij het voornamelijk de Republikeinen waren die voor stemden. Het wetsvoorstel wordt nu voorgedragen aan de Senaat. Verwacht wordt echter dat de Senaat, waar de Democraten de meerderheid hebben, dit voorstel niet goed zal keuren. [RS/VRR/Radio.NL]