Minister OCW baseert zich op onjuiste gegevens

De kleine levensbeschouwelijke omroepen moeten volgens de huidige kabinetsplannen binnenkort de helft van hun budget inleveren. Als reden geeft minister Van Bijsterveldt (OCW) dat deze omroepen een deel van hun zendtijd aan andere thema’s besteden dan levensbeschouwing. De IKON heeft achterhaald dat zij zich daarbij baseert op ondeugdelijke gegevens.

De omroep heeft in een brief aan de leden van de Vaste Commissie voor OCW krachtig bezwaar aangetekend tegen de handelswijze van OC&W.

De Ikon vindt “dat er sprake is van ‘onbehoorlijk bestuur’ als het plan doorgang vindt. In het Nederlands Juristenblad van september stelt rechtsgeleerde Wibren van der Burg van de Erasmus Universiteit dat het kabinet met zijn plannen voor de 2.42-omroepen twee fundamentele beginselen van onze democratische rechtsstaat aantast: de scheiding van kerk en staat en de godsdienstvrijheid.”

In de brief aan de Tweede Kamer wijst de IKON de leden van de vaste kamercommissie media erop, dat de minister zich bij haar plannen voor de 2.42-omroepen baseert op volstrekt onjuiste gegevens.

“Zo wordt bijvoorbeeld het programma Songs of Praise geclassificeerd als ‘klassieke muziek’, terwijl het bestaat uit samenzang en geloofsgesprekken. In het rapport ‘Partners in levensbeschouwing’, gemaakt in opdracht van OCW, is in 2010 bovendien vastgesteld dat de levensbeschouwelijke omroepen hun programmatische verantwoordelijkheid waarmaken.

De IKON ziet in dat besparingen bij de publieke omroep noodzakelijk zijn en vindt een besparing van 6 miljoen euro te begrijpen, zoals is voorgesteld in een adviesrapport dat de Boston Consulting Group eerder dit jaar aan OCW heeft uitgebracht. Een besparing van 13 miljoen – de facto een halvering van het totale budget – waarvoor elke objectieve grond ontbreekt, acht de IKON ‘onbehoorlijk bestuur’. “Het is goed om met elkaar te spreken over de toekomst van de 2.42-omroepen, maar wel graag op basis van de juiste feiten en met inachtneming van de Mediawet en de grondwet”, aldus de IKON in zijn brief.

Volgens prof.dr.mr. Wibren van der Burg van de Erasmus Universtiteit draait het hier echter ook om de principiële vraag, namelijk of het aan de minister is om inhoudelijke uitspraken te doen over de kerntaak van levensbeschouwelijke genootschappen. Het gaat hier immers om zendtijd die aan kerken en vergelijkbare organisaties is toegekend. “Een overheid die zich een dergelijk oordeel aanmatigt, tast fundamenteel de scheiding van kerk en staat aan”, aldus Van der Burg in het septembernummer van het Nederlands Juristenblad.

Hij constateert dat ook de vrijheid van godsdienst in het geding is. Die beperkt zich niet tot eredienst en ethische bezinning, maar omvat ook de praktische toepassing ervan. “Een minister die zelf namens een confessionele partij volksvertegenwoordiger is geweest, moet zich bewust zijn van deze bredere betekenis van levensovertuiging”, vindt Van der Burg. “Door dit voorstel worden twee fundamentele beginselen van onze democratische rechtsstaat aangetast. Aanvaarding creëert een gevaarlijk precedent dat de staat zich met de interne aangelegenheden van kerken mag bemoeien, en impliceert dat het bereik van de godsdienstvrijheid ingrijpend wordt ingeperkt.” [Ikon/RadioWereld.NL]

Gerelateerde berichten