In Syrië zijn sinds november acht journalisten terwijl ze aan het werk waren om het leven gekomen en in zeker vijf gevallen gebeurde dat onder omstandigheden die duiden op betrokkenheid van de staat. Dat zegt het Comité ter Bescherming van Journalisten (CPJ).
Het CPJ zegt over substantieel bewijs te beschikken dat twee Syrische journalisten, Ferzat Jarban en Basil al-Sayed, het rechtstreekse doelwit waren van het leger.
Ook zijn er door getuigenverklaringen ondersteunde aanwijzingen dat het leger opzettelijk in actie kwam tegen de buitenlandse journalisten Gilles Jacquier, Marie Colvin en Remi Ochlik, staat in een woensdagavond verschenen rapport van het CPJ.
In geen ander land dat betrokken was bij de Arabische Lente zijn zoveel journalisten om het leven gekomen als in Syrië, staat in het rapport.
De Syrische regering heeft geprobeerd een nieuwsstop op te leggen, zegt Mohamed Abdel Dayem van het CPJ, “maar door de boodschapper te vermoorden en gevangen te nemen is de boodschap niet om zeep gebracht, aangezien onverschrokken burgerjournalisten het enorme gevaar blijven trotseren om de gebeurtenissen in Syrië te belichten”.
Voor er een jaar geleden een opstand uitbrak tegen het bewind van president Bashar Assad waren er bij het CPJ geen gevallen bekend van journalisten die bij de uitoefening van hun beroep om het leven kwamen in Syrië.
In december zaten volgens het CPJ in Syrië acht journalisten gevangen vanwege hun werk. Ook negen journalisten, bloggers en activisten die in februari werden gearresteerd bij een inval in het kantoor van het Syrische Centrum voor Media en Vrijheid van Meningsuiting zitten nog vast. Tot de inval speelde het centrum een belangrijke rol in de berichtgeving over de ontwikkelingen in Syrië. [Novum/RadioWereld.NL]
