Gewapende mannen hebben woensdag het hoofdkantoor van de regeringsgezinde Syrische televisiezender Ikhbariya bestormd. Zeven medewerkers werden gedood en diverse anderen zijn ontvoerd, deelde de Syrische minister van informatie Omran al-Zoebi mee. De regering sprak van een bloedbad, aangericht door terroristen.
De aanval op Ikhbariya vond plaats in Drousha, twintig kilometer ten zuiden van Damascus. Volgens een medewerker bestormden de aanvallers twee van de gebouwen van de zender. Zij namen enkele bewakers gevangen en bliezen vervolgens delen van het pand op met explosieven.
De medewerker, die uit vrees voor represailles anoniem wil blijven, werd zelf samen met de bewakers gegijzeld. Hij werd uiteindelijk vrijgelaten, maar de bewakers bleven in handen van de gijzelnemers. “Ik was doodsbang”, zei hij.
Ikhbariya is een privaat bedrijf en uitgesproken loyaal aan het regime van president Bashar Assad. Uren na de aanval was de zender nog altijd gewoon in de lucht en werd er een item uitgezonden over een betoging op het belangrijkste plein in Damascus tegen de aanval. Sinds het begin van de Syrische opstand vijftien maanden geleden zijn regeringsgetrouwe journalisten vaker aangevallen. De media in het land staan onder strikte controle en zijn vaak in handen van politici of rijke zakenlieden met banden met het regime.
De regering legde de schuld voor de aanval bij terroristen, de benaming die zij doorgaans reserveert voor de Syrische rebellen die tegen haar ten strijde trekken. De rebellen zelf ontkenden iets met de aanval op de tv-zender van doen te hebben. Het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten bevestigde de aanval op de televisiezender, maar had verder geen informatie.
De rebellen hebben het de laatste tijd vaker gemunt op doelwitten van het regime. Dergelijke aanvallen worden ook steeds bloediger. Dit jaar zijn er bovendien diverse grote zelfmoordaanslagen gepleegd, wat duidt op betrokkenheid van Al-Qaida of andere extremistische groeperingen in het conflict. [Novum/AP/Radio.NL]
