Twee Spaanse journalisten zijn na ruim zes maanden gevangenschap bij jihadistische opstandelingen in Syrië vrijgelaten en in Spanje herenigd met hun familie en vrienden. Javier Espinosa van El Mundo en freelance fotograaf Ricardo Garcia Vilanova werden in Turkije opgehaald door een Spaans regeringsvliegtuig dat hen naar Madrid bracht.
Het zoontje van Espinosa rende over het platform en wierp zich in de armen van zijn vader. Andere familieleden, vertegenwoordigers van de krant en de regering waren aanwezig om hen te begroeten. Monica Garcia Prieto, Espinosa’s partner, vatte haar gevoelens samen in een tweet: Puur geluk”.
Op een persconferentie in het hoofdkantoor van El Mundo in Madrid kregen de twee vrijgelaten journalisten een staande ovatie. Ze bedankten voor de steun, maar verklaarden dat zij geen details konden geven over hun gevangenschap of de wijze waarop zij zijn vrijgekomen, omdat de zaak ‘uit onze handen’ is genomen. Een woordvoerster van het Spaanse ministerie van buitenlandse zaken liet weten dat de regering in ontvoeringszaken ‘maximale discretie’ betracht en niet ingaat op vragen of er over een losgeld is onderhandeld.
Espinosa en Garcia Vilanova werden op 16 september bij een controlepost in de stad Tal Abyad, in de oostelijke provincie Raqqa, ontvoerd door leden van de extremistische groep ISIS, de Islamitische Staat van Irak en de Levant. Ze waren al vaker in Syrië geweest en werden gevangengenomen toen ze na een verblijf van twee weken op weg waren om het land weer te verlaten.
Eerder deze maand werd al een andere Spaanse journalist, Marc Marginedas, vrijgelaten, die eveneens in september door ISIS was ontvoerd.
Syrië is op dit moment een van de gevaarlijkste landen ter wereld voor journalisten, vooral omdat ze het risico lopen ontvoerd te worden door rebellen of strijders die juist de kant van het Syrische regime hebben gekozen. Negen buitenlandse correspondenten in Syrië worden nog altijd vermist. Ook het lot van tien Syrische verslaggevers is onbekend. [Novum/Radio.NL]