NPO haalt vrouwenquotum op de radio, maar nog niet op tv

[Update] De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) heeft de afgelopen vijf jaar niet kunnen voldoen aan de gemaakte afspraken (prestatieovereenkomst 2010 – 2015) met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over een betere man/vrouw-verhouding op tv.

Het Commissariaat heeft een overwegend positief beeld bij de naleving van de in 2010 gemaakte prestatie-afspraken. De NPO scoort goed ten aanzien van het aansluiten bij veranderend media-gebruik en het vergroten van impact. Ook de afspraken over het bieden van een evenwichtig en onderscheidend media-aanbod en de representatie van allochtonen zijn gerealiseerd. Aan de andere kant blijven de man/vrouw-verhouding op tv en de bereiksdoelstellingen – met name het bereiken van jongeren – belangrijke aandachtspunten.

Vrouwen op tv dalen
Eén van de afspraken uit 2010 luidde ‘meer vrouwen op tv’. Maar het werden er juist minder. Het percentage vrouwen op NPO 1, 2 en 3 daalde de afgelopen vijf jaar van 37,6 naar 35,4 procent, zo blijkt uit recente metingen. Op de radio werden de prestatieafspraken wel gehaald, dat steeg in vijf jaar tijd van 22,3 procent naar 28,1.

“De verhouding man/vrouw op de publieke omroep is nu ongeveer 2 staat tot 1. De conclusie is dus dat het beeld op tv nog te veel gedomineerd wordt door mannen. Bij de radio is het overigens niet anders, al lukte het daar wel om de – minder ambitieuze – prestatie-afspraak te halen. Al met al is dit een ontwikkeling waar de NPO de komende jaren meer aandacht aan moet besteden”, aldus Madeleine de Cock Buning, voorzitter van het Commissariaat voor de Media.

Iedere vijf jaar sluiten de NPO en het ministerie van OCW een nieuwe prestatieovereenkomst. Het gaat dan bijvoorbeeld over het bereik van specifieke doelgroepen, diversiteit in programma’s, waarderingscijfers en ook over representatie van vrouwen en allochtonen. Het Commissariaat voor de Media verifieert en valideert de metingen van de NPO. Binnenkort wordt er een nieuwe prestatieovereenkomst gesloten. Die overeenkomst zal gelden voor de periode 2016 – 2020.

Gerelateerde berichten