Katherine Dunham is zondag op 96-jarige leeftijd overleden. De Amerikaanse danseres en choreografe gaf haar carrière op Broadway op om jongeren te helpen.
(Novum/AP) – De Amerikaanse danseres en choreografe Katherine Dunham is op 96-jarige leeftijd overleden in een verzorgingshuis in New York. Charlotte Ottley, woordvoerster van de organisatie die haar artistieke nalatenschap beheert, heeft dat maandag bekendgemaakt. Dunham gaf haar carrière op Broadway op om jongeren in een van de armste steden van de Verenigde Staten cultuur bij te brengen.
Dunham werd bekend als danseres die Afrikaanse en Caribische invloeden introduceerde in de toen nog geheel op Europese leest geschoeide danswereld. Aan het einde van de jaren dertig richtte ze de eerste geheel zwarte dansgroep in de Verenigde Staten op. “Black is beautiful voerden we niet als leus”, schreef ze later. “We lieten het zien.”
Van de jaren veertig tot en met de jaren zestig reisde Dunham de wereld over met haar dansgroep. In Nederland was ze in 1949 op het Holland Festival te zien. Dunham weigerde op te treden in theaters die rassenscheiding toepasten. Ze werd uiteindelijk voor haar baanbrekende werk onderscheiden met tien eredoctoraten en tal van andere prijzen.
Dunham behoort tot een select gezelschap dat bepalend is geweest voor de danswereld van de twintigste eeuw, vindt Bonnie Brooks van de dansschool van Columbia College in Chicago. “En dan heb je het nog niet over haar werk voor de mensenrechten, het antropologisch onderzoek en de mensheid in het algemeen.”
Acteurs als Marlon Brando en James Dean kwamen naar Dunhams dansstudio in New York om zich de ‘Dunham-techniek’ eigen te maken. Het ging haar niet alleen om het uitvoeren van danspassen, maar om ‘beweging, vormen, liefde, haat, dood, leven, alle menselijke emoties’. Als choreografe bewerkte Dunham Aïda voor de Metropolitan Opera. Ook maakte ze choreografieën voor enkele Broadway-musicals, waaronder Cabin in the Sky. Ze speelde ook in films, zoals Stormy Weather en Carnival of Rhythm.
Sinds 1967 bracht Dunham het grootste deel van het jaar door in het overwegend zwarte East St. Louis in Illinois. Hier verzamelde ze andere kunstenaars en artiesten om zich heen, onder wie zanger en acteur Harry Belafonte. De bevolking van de toen door misdaad geteisterde stad kon bij haar gratis les krijgen in dans en uiteenlopende andere vaardigheden, van Afrikaans haarvlechten tot Creools, Swahili, Spaans en Frans. Ze gaf ook les in vechtsporten om de mannelijke jeugd van de straat te houden. Ze zei de bewoners van East St. Louis ‘iets constructievers dan genocide’ te willen bieden.
Het wegvallen van overheidssubsidies en particuliere bijdragen in de jaren tachtig dwong Dunham de meeste programma’s op te geven. Ondanks de voortdurende strijd om de rekeningen te kunnen betalen bleef ze een dansschool voor kinderen en een museum runnen. Armoede en artritis weerhielden haar er niet van in 1992 een hongerstaking van 47 dagen te houden uit protest tegen het terugsturen van Haïtiaanse vluchtelingen.
In haar laatste jaren verviel Dunham in armoede en leefde ze van giften van bekende mensen en dankbare studenten, onder wie Harry Belafonte. “Ze kwam niet op straat terecht, maar ze was er maar één stapje van verwijderd”, zei Ottley. “Dunham leefde aan de rand en heeft het allemaal met waardigheid en gratie doorstaan.”
Dunham was 49 jaar getrouwd met de theatervormgever John Thomas Pratt. Hij overleed in 1986.
[Novum]