De nieuwe toneelbewerking van ‘Jan Rap en z’n maat’ is ‘relevanter dan ooit’, vertelt Terence Schreurs. “‘Dit zouden ministers moeten zien’, hoor ik vaak.”
De nieuwe toneelbewerking van ‘Jan Rap en z’n maat’ is relevanter dan ooit. Dat vertelt Terence Schreurs, die in het stuk meespeelt. De voorstelling, die zondag in première gaat, gaat over een opvangtehuis vol ontwortelde en getraumatiseerde jongeren. Het door Yvonne Keuls geschreven stuk werd in 1976 voor het eerst opgevoerd en weerspiegelt de idealistische jaren zeventig.
“Als ik de zaal inkijk, zie ik mensen met tranen in de ogen”, vertelt Schreurs. “Na de voorstelling komen sommigen verontwaardigd naar me toe. ‘Dit zouden ministers moeten zien’, hoor ik dan.”
De volwassenen die de jongeren in het opvangtehuis proberen te helpen, zijn een stel amateurs, zegt Sjoerd Pleijsier, die de rol van psycholoog speelt. “Mijn karakter bijvoorbeeld is er heilig van overtuigd dat zijn schreeuwtherapie de jongeren kan redden. Zijn bedoelingen zijn oprecht, maar volslagen onrealistisch.”
Het is dan ook geen voorstelling om blij van te worden, benadrukt de 52-jarige acteur die onder meer bekend is van de televisieserie ‘Toen was geluk heel gewoon’. “Er is weinig licht aan het einde van de tunnel. Gelukkig kan er ook gelachen worden.” Maar een lach kan snel omslaan in een traan, vertelt de 30-jarige Schreurs, die de rol van de misbruikte Lenny speelt. “De toeschouwers weten vaak niet of ze moeten klappen of niet. Sommige scènes zijn zo ontzettend triest en hopeloos.”
De jonge actrice, die eerder te zien was in de films ‘Loverboy’ en ‘Doodeind’, hoopt dat de schokkende thema’s in ‘Jan Rap en z’n maat’ mensen aan het denken zetten. “Het is vreselijk dat onschuldige kinderen door verwaarlozing en misbruik zo verknipt raken. Dat is keihard om te zien als je gelooft dat Nederland prachtig en volmaakt is.”
[Novum]