Gerard Dielessen gaat niet mee in de klaagzang over de deelname van Oost-Europese landen aan het Songfestival. Hij ziet hun deelname als een frisse wind.
NOS-directeur Gerard Dielessen gaat niet mee in de klaagzang over de Oost-Europese landen die deelnemen aan het Eurovisie Songfestival. “Die landen pakken het gewoon een stuk beter op”, vertelt hij aan Novum Nieuws. “Hun democratieën ontluiken en ze zien daar mogelijkheden in.”
Dielessen, die momenteel met de Nederlandse delegatie in Belgrado verblijft, beschouwt de deelname van voormalige Oostbloklanden juist als een frisse wind. “Het Songfestival in West-Europese landen is natuurlijk al meer dan vijftig jaar oud en die gaan er op een andere manier mee om”, stelt hij. “Meer routinematig, misschien wat blasé. Ze zouden wat mij betreft aan de Oost-Europese creativiteit wel een voorbeeld kunnen nemen.”
Landen als Albanië, Bulgarije, Tsjechië en Servië traden in de afgelopen jaren toe tot de competitie. De toename van het aantal Oost-Europese landen werd onder meer in Nederland met argwaan bekeken. De introductie van twee voorrondes moet voorkomen dat slechts landen uit het voormalige Oostblok in de finale staan. Hind Laroussi, die uitkomt voor Nederland, staat dinsdag in de eerste voorronde. Als ze die overleeft, mag ze zaterdag deelnemen aan de finale.
[Novum]