Peter Faber vond toneel voor watjes

Toen Peter Faber als tiener in aanraking kwam met het theater, stond hij niet te trappelen om het podium te betreden. “Ik vond toneel iets voor watjes.”

Toen Peter Faber als tiener in aanraking kwam met het theater, stond hij niet te trappelen om het podium te betreden. “Ik vond toneel iets voor watjes”, vertelt de acteur, die dit jaar vijftig jaar in het vak zit. “Ik vond het iets voor de kinderen met witte gezichten met wie ik nooit speelde. Ik vond het niets, helemaal niets.”

Toch kwam Faber als 16-jarige jongen terecht in het toneelstuk ‘Een midzomernachtsdroom’, in het openluchttheater in Amsterdam-Noord. En nog altijd voelt hij zich verbonden met de jongeren in dat stadsdeel. Om de zogenoemde hangjongeren daar een hart onder de riem te steken, heeft de acteur onlangs de Peter Faber Foundation opgericht. “We gaan heel behoedzaam kijken hoe we het aanpakken”, legt hij uit. “Die jongeren hebben in wezen nergens zin in.”

Volgens Faber, die donderdag 65 jaar wordt, lijden de jongeren in Amsterdam-Noord aan een minderwaardigheidscomplex. “Ze vinden zichzelf niets”, stelt hij. “Tegen mij werd vroeger gezegd: uit Noord is nog nooit iets goeds gekomen. Daar stonden vroeger de galgen en die stonden er niet voor niets.” Faber wil de jongeren in contact brengen met kunst en cultuur. “Goed toneelspelen is als conditietraining voor het leven. Je traint niet de spieren van de sportschool, maar je emotionele spieren.”

In datzelfde Amsterdam-Noord, waar hij zijn carrière begon, repeteert Faber momenteel voor de musical ‘Man van La Mancha’. De productie, die op 21 december in première gaat, is gebaseerd op de klassieker ‘De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha’ van Miguel de Cervantes. De acteur kan zich goed vinden in het verhaal. “Het thema van ‘Man van La Mancha’ is dat je het leven niet moet accepteren zoals het is, maar het leven moet leven zoals het zou kunnen zijn.”

Hoewel Faber bijna de pensioensgerechtigde leeftijd heeft bereikt, peinst hij er niet over om het rustiger aan te doen. “Ik stop pas bij mijn laatste zucht.”

[Novum]