Bløf keert met het nieuwe album ‘April’ terug naar de basis. “Gewoon vier jongens die muziek maken”, vat drummer Norman Bonink van de Zeeuwse band samen.
Bløf gaat met het nieuwe album ‘April’ weer terug naar waar het zeventien jaar geleden allemaal is begonnen. “Gewoon vier jongens die muziek maken”, vat drummer Norman Bonink van de Zeeuwse band samen. “Het is een akoestische plaat geworden met een vrolijk karakter.”
‘April’, dat op 3 april verschijnt, is de opvolger van het in de gelijknamige maand verschenen ‘Oktober’ en het laatste deel van een tweeluik. De nummers ‘Eilanden’ en ‘Eilanden 2’ vormen de basis voor beide albums.
Na het drievoudig platina succes van ‘Umoja’ leefden Paskal Jakobsen, Peter Slager, Bas Kennis en de 45-jarige Bonink naar eigen zeggen op een eiland. Ze communiceerden destijds veel via e-mail en die periode inspireerde de bandleden tot twee verschillende nummers met de naam ‘Eilanden’. Beide songs hebben een andere compositie maar dezelfde tekst, waarin onder meer wordt gezongen over ‘het grote geluk dat steeds meer verdwijnt, achter zware gordijnen van geld en succes en verdovend applaus’.
Het tijdelijk communiceren met elkaar via mail heeft de band gered van de ondergang. Na het succes van ‘Umoja’ leek het er even op dat Bløf tendode was opgeschreven. “Drie jaar zijn we bezig geweest met deze plaat. Na die periode hadden we even genoeg van elkaar”, bekent Bonink.
Tot opheffing is het echter nooit gekomen en als het aan de bandleden ligt, gaat Bløf nog lang door met muziek maken. Het geheim is volgens Bonink dat de band zich keer op keer vernieuwt. “Wanneer je te veel herhaalt, raak je in een sleur”, weet hij.
[Novum]
