Yolanthe vindt zichzelf geen golddigger

Yolanthe ligt er niet wakker van dat mensen haar een golddigger noemen. “Ik verdien heel goed. Ik heb geen man nodig om mijn leven goed te leven.”

Yolanthe Cabau van Kasbergen ligt er niet wakker van dat mensen haar een golddigger noemen. Na haar breuk met Jan Smit is de brunette nu gelukkig met voetballer Wesley Sneijder. “Ik verdien heel goed, kan prima voor mezelf zorgen. Ik heb geen man nodig om mijn leven goed te leven”, zegt Yolanthe zaterdag in het AD.

De presentatrice en actrice vindt niet dat ze te hard van stapel loopt met Wesley. “Als het zo goed voelt, als je zó op één lijn zit, dan neem je snel beslissingen.” Daags na het nieuws over haar breuk met Jan werden Yolanthe en Wesley zoenend vastgelegd door een bewakingscamera in een parkeergarage. De twee noemen zich sinds augustus een stel, in oktober kochten ze een appartement in Milaan. Twee maanden later ging Wesley tijdens een vlucht naar Dubai op zijn knieën voor Yolanthe.

“Natuurlijk is er altijd het risico dat het toch fout loopt. Het leven biedt nu eenmaal geen garanties. Maar bij ons is het gelukkig goed gegaan”, blikt Yolanthe terug. Wanneer de brunette eeuwige trouw belooft aan haar voetballer, is nog niet bekend. De tortelduifjes hebben nog geen datum geprikt voor de bruiloft. Ook heeft Yolanthe nog geen idee hoe haar droomdag eruit gaat zien. Eén ding weet ze wel: ze stapt nog dit jaar in het huwelijksbootje.

“Of het nu van de zomer wordt, of in de winter, we weten het gewoon nog niet”, verzucht Yolanthe. “Het moet in elk geval in een periode zijn dat we allebei een paar weken vrij hebben. Ik wil niet de ene dag trouwen en de volgende dag weer een programma moeten presenteren of dat Wesley een wedstrijd heeft.”

De voetbalvrouw weet zeker dat ze pas na het WK voetbal en haar werk voor de Giro d’Italia trouwt. In welke jurk Yolanthe voor het altaar zal staan, is nog allerminst zeker. “Ik heb mijn jurk nog niet in mijn hoofd. Er zijn zoveel mooie jurken. Zoals ik het nu voor me zie, ga ik wel in het wit.”

[Novum]