Paulien Cornelisse heeft het in haar derde solovoorstelling Maar Ondertussen uitgebreid over haar ziekte. “In mijn show noem ik niet wat mij mankeerde.”
Paulien Cornelisse heeft het in haar derde solovoorstelling Maar Ondertussen uitgebreid over haar ziekte. “In mijn show noem ik niet wat mij mankeerde, maar het was een voorstadium van baarmoederhalskanker. Als je het woord kanker uitspreekt, is het meteen zo ongezellig”, zegt de cabaretière in De Telegraaf. “Dat is wat je noemt een onkomisch woord.”
De 38-jarige Cornelisse heeft een heftige periode achter de rug. “Ik vertel in de voorstelling over de narcose en de operatie.” Toen de cabaretière hoorde dat ze ziek was schrok ze erg. “De arts deed er overigens helemaal niet dramatisch over, heel veel vrouwen overkomt dit namelijk. Toch dacht ik even: nu ga ik dood. Heel eng, maar kort daarna kreeg ik veel inspiratie omdat ik er meteen iets van wilde maken wat wel mooi is.”
Cornelisse is in Maar Ondertussen erg openhartig. “Op het toneel heb ik een microscoop staan waar van alles onder beweegt. Voor een belangrijk deel is de voorstelling dus gewoon hoe het echt is gebeurd. Het was al snel grappig, juist omdat het waar was.” Voor haar operatie was de comédienne erg bang voor de dood. ” Maar op het moment dat ik onder narcose werd gebracht, kwam er ineens een rustig gevoel over me. Voor het eerst dacht ik: als ik niet meer wakker word, is het ook prima.”
De cabaretière, die bestseller Taal Is Zeg Maar Echt Mijn Ding schreef, vond het verlichtend. “Het gevoel dat het er niet toe deed om er al dan niet te zijn, bleef maandenlang. Ik kan iedereen een narcose aanraden.” Toch verdween het gevoel weer. “Langzaam sloop de normale doodsangst er weer in. Ik denk dat het onderdeel was van de drugs die je krijgt. Ik vond ook ineens iedereen erg aardig.”
[NOVUM]