Advies Commissie Commerciële Radiofrequenties (Commissie Bouw). (23-3-2001)

Geachte voorzitter,
Hierbij bieden wij u, mede namens de Ministers van Financiën en van Economische Zaken het advies aan van de Commissie Commerciële Radiofrequenties (Commissie Bouw).

De Tweede Kamer heeft bij motie Wagenaar (TK 2000-2001, 24095, nr. 63) gevraagd om een alternatief te ontwikkelen voor zowel de landelijke als de niet-landelijke frequenties voor commerciële omroep waarbij wordt uitgegaan van continuering en/of optimalisatie van bestaande zenders en ruimte voor nieuwkomers.

Op grond van deze motie is aan de Commissie gevraagd een onderzoek te verrichten naar modaliteiten voor de verdeling van commerciële radiofrequenties, die in voldoende mate recht kunnen doen aan de overwegingen en wensen van de Tweede Kamer. De randvoorwaarden daarbij zijn: juridische haalbaarheid en conformiteit met het nationale en Europese recht, transparantie en non-discriminatie, optimale benutting van beschikbare frequentieruimte ten behoeve van het creëren van een ‘level playing field’ en implementatie binnen het voorgestane tijdspad en binnen de afspraken op het gebied van internationale frequentiecoördinatie.

De Commissie concludeert dat de veiling zoals die was voorgenomen reeds een optimale kans biedt op een redelijke objectieve balans tussen de belangen van de verschillende partijen en dat zij voldoet aan de gestelde randvoorwaarden voor de verdeling van radiofrequenties. Binnen deze opzet acht de Commissie het echter niet mogelijk om die garanties te bieden voor de bestaande partijen, die de motie Wagenaar vraagt.

+

De Commissie heeft een alternatief voorstel ontwikkeld en is daarbij tot de conclusie gekomen dat het alternatief aan de door het Kabinet gestelde randvoorwaarden voldoet en tevens tegemoet komt aan het in de motie Wagenaar neergelegde verzoek.

Het kabinet heeft grote waardering voor het werk van de Commissie. In korte tijd heeft de Commissie zich georiënteerd bij betrokken partijen en een alternatief kunnen ontwikkelen voor een uiterst complex verdelingsprobleem, waarbij met zeer veel verschillende belangen rekening diende te worden gehouden. Daarbij werd overigens de bestaande zero base frequentieplanning voor de publieke omroep volledig in takt gelaten.

Naar de opvatting van het kabinet moet het voorstel worden gezien als een samenhangend geheel, waarbij verschillende elementen sterk met elkaar verbonden zijn. Daarbij is het aan te nemen dat zich bij verdere uitwerking nog niet benoemde (juridische en/of technische) problemen kunnen voordoen die dan binnen dat raamwerk moeten worden opgelost. Validatie door de RDR van het voorgestelde 10-pakketten scenario heeft de technische haalbaarheid ervan op hoofdlijnen bevestigd, met de kanttekening dat nader een gedetailleerder onderzoek nodig is om nog een aantal kwesties op te lossen. De inmiddels opgelopen vertraging, alsmede de extra tijd die nodig zal zijn voor technisch onderzoek, het aanpassen van de verdeelmethodiek, de bijbehorende regelingen en het inwinnen van adviezen, ertoe zullen leiden dat een ‘geruisloze overgang’ van de oude naar de nieuwe technische situatie (tijdige implementatie van alle noodzakelijke veranderingen aan antennes en inrichting van de opstelpunten), naar alle waarschijnlijkheid niet zonder complicaties kan geschieden.

Het bovenstaande inachtnemend en benadrukkend dat het voorstel van de Commissie dus nog nadere uitwerking behoeft op een aantal punten, ziet het kabinet op dit moment voldoende aanknopingspunten om op basis van het advies van de Commissie toe te werken naar een uitgifte van frequenties, die aan de gestelde randvoorwaarden voldoet. Indien het kabinet in de uitwerking stuit op onoverkomenlijke problemen, dan zal worden teruggevallen op het oorspronkelijke kabinetsvoorstel. In dat geval moet dan wel rekening worden gehouden met ernstige vertragingen in de implementatie.
Voor het nieuwskavel zal een nader vast te stellen gemitigeerd financieel regime worden gehanteerd, dat voldoende zekerheid biedt op de levensvatbaarheid van een commerciële nieuwszender.

Van belang bij dit alles is het wel om op te merken dat één en ander tijd kost. Wij hopen u over het tijdpad nader te kunnen informeren tijdens het Algemeen Overleg op
28 maart a.s. Tot slot dient te worden opgemerkt dat, zoals de Commissie zelf ook reeds stelt, het gehele voorstel afhankelijk is van het van kracht zijn van de wijziging van de Telecommunicatiewet, die het inzetten van een financieel instrument mogelijk maakt.
Het voorliggende wetsvoorstel zal overigens uitdrukkelijk op een aantal punten nog moeten worden aangepast door middel van een nota van wijziging, om de voorstellen van de Commissie een voldoende wettelijke basis te geven.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

drs J.M. de Vries

DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN,

dr F. van der Ploeg