de wens van een Kamermeerderheid om radiofrequenties voor commerciële zenders te verdelen door een vergelijkende toets, is praktisch en juridisch haalbaar. Dat blijkt uit onderzoek onder leiding van oud-minister Andriessen, dat in opdracht van de Vereniging van landelijke Commerciële Radiostations (VCR) is uitgevoerd. De resultaten zijn dinsdag gepresenteerd.
Het kabinet voelt niets voor een vergelijkende toets, waarbij de frequenties op basis van onder meer bedrijfseconomische criteria en soort programma’s worden verdeeld. Inplaats daarvan wil de regering de frequenties veilen. Waarschijnlijk aan het eind van deze week presenteert het kabinet een eigen onderzoek naar de mogelijkheden van een vergelijkende toets, uitgevoerd in opdracht van de Tweede Kamer. Vorige week lekte uit dat door het kabinet ingeschakelde deskundigen de vergelijkende toets verwerpen. De Tweede Kamer is net als de radiozenders als Sky Radio en Radio 538 mordicus tegen veilen. Bij toepassing van een toets is de kans groter dat ze een frequentie behouden.
De praktische en jurdische bezwaren die het kabinet eerder al ventileerde tegen de vergelijkende toets snijden volgens de commissie-Andriessen geen hout. Zo is er tijd genoeg, tenminste tot het begin van 2002, om de verdeling te organiseren. Bovendien biedt de vergelijkende toets meer waarborgen voor diversiteit en evenwichtige concurrentieverhoudingen dan een veiling. Jurdische bezwaren zijn er niet, als de criteria maar objectief, transparant en niet discriminerend zijn, aldus Andriessen. Op die manier hebben behalve de bestaande zenders ook nieuwkomers een goede kans. Volgens het kabinet hebben nieuwe stations alleen bij veilen mogelijkheden een frequenties te krijgen.
De onderzoekers wijzen er ook op dat de vergelijkende toets in veel andere landen met succes is toegepast. Bestaande frequenties worden verlengd en nieuwe worden verdeeld op basis van een vergelijkende toets. De huidige Nederlandse wetgeving biedt mogelijkheden om de toets uit te voeren. Behalve Andriessen maakten ook burgemeester R. Vreeman van Zaanstad en hoogleraar staats- en bestuursrecht H. de Ru deel uit van de commissie, die het feitelijke onderzoek heeft laten uitvoeren door adviesbureau Deloitte & Touche. Hoeveel dat de
radiozenders heeft gekost, is niet bekend. (ANP / 28 Augustus)