Belangenverstrengeling bedreigt de ether

Er is geen eerlijke concurrentie tussen de enige twee zenderexploitanten van Nederland, Nozema en Broadcast Partners. Laatstgenoemde stelt dat Nozema als staatsbedrijf bevoorrecht wordt. ‘Onzin’, zegt Nozema, ‘de sterke banden met de overheid belemmeren juist de ontwikkeling van het bedrijf.’ Kortom, het wordt tijd dat de overheid ervoor zorgt dat de zenderexploitanten eerlijk met elkaar kunnen concurreren.

Het uitzenden van radio en televisie is een vrije markt, met concurrentie tussen verschillende infrastructuren, zoals de kabel, ether, satelliet en internet. Alle partijen zijn zelfstandig. Allemaal? Nee, één distributeur van radio- en tv-signalen is nog altijd voor het overgrote deel in handen van de staat.

De overheid eist dat de zenderoperators werken in een competitieve markt, waarbij ze onder dezelfde voorwaarden met elkaar concurreren. Het is echter dezelfde overheid die dit onmogelijk maakt met ingewikkelde regels en voorschriften. Sterker: de overheid heeft zichzelf verstrengeld in verschillende belangen die het voor de zenderoperators onmogelijk maken om eerlijk met elkaar te concurreren.

Belangenverstrengeling is een vies woord. En terecht. Het staat vrije concurrentie in de weg. Vooral bij staatsbedrijven is de kans op belangenverstrengeling groot. De overheid stelt de regels vast, is feitelijk directeur, de overheid is (alleen) aandeelhouder en de overheid is tegelijkertijd klant. Een merkwaardiger situatie is nauwelijks denkbaar: één partij die erop toeziet dat er voldoende winst wordt gemaakt en dat er tegelijkertijd niet teveel geld wordt gevraagd voor de geleverde diensten. De situatie wordt helemaal verwarrend wanneer dezelfde overheid commerciële concurrentie toestaat van bedrijven die wel zelfstandig kunnen opereren.

Op eigen benen
De Nederlandsche Omroep- Zendermaatschappij (Nozema) zit in een spagaat. De Tweede en Eerste Kamer hebben de moeilijke positie van Nozema enkele jaren geleden onderkend. Zij besloten tot een belangrijke eerste stap naar de verzelfstandiging van de organisatie door de Radio Omroep Zenderwet uit 1935 af te schaffen. In 1935 was het verstandig om het uitzenden van radiosignalen centraal te regelen. Zo werd voorkomen dat elke omroep zijn eigen zenderinfrastructuur moest opzetten. Anno 2002 is deze situatie drastisch gewijzigd: de overheid wil meer concurrentie, zowel binnen als tussen infrastructuren. Dit geldt niet alleen voor het uitzenden van radio en televisie, maar net zo goed voor andere markten die de overheid tot voor kort tot haar exclusieve domein rekende, zoals de telecommarkt. De wet om dit mogelijk te maken, is al in 2000 door het parlement aangenomen. Het wachten is op het moment dat de staatssecretaris de wet doorstuurt naar de koningin ter ondertekening. De vorige staatssecretaris hield de wet echter angstvallig in haar lade verborgen, waarschijnlijk uit angst om haar invloed op de zendermaatschappij kwijt te raken. Het vertrouwen in de vrije markt was blijkbaar toch niet groot genoeg om Nozema op eigen benen te zetten.

Geen monopolie
Nozema is de grootste zenderoperator in Nederland. Het bedrijf heeft echter geen monopolie. Sinds 1997 is Broadcast Partners actief op de Nederlandse markt. Deze concurrent heeft de afgelopen jaren geheel zelfstandig meerdere goed landelijk dekkende FM-netwerken opgezet. Broadcast Partners telt nu ruim 40 medewerkers en heeft grote commerciële klanten als Radio 538, Yorin, Radio 10 FM, BusinessNieuws Radio en Noordzee FM. Kortom, Broadcast Partners heeft laten zien dat het mogelijk is om te concurreren met Nozema en daarbij ook winstgevend te kunnen zijn. Voor Nozema betekent de concurrentie verlies van marktaandeel. De vraag is of Nozema op de langere termijn onder de huidige condities deze concurrentiestrijd kan blijven volhouden. Als Nozema niet dezelfde status krijgt als haar concurrent, dan blijft Nozema afhankelijk van een overheid met zijn verschillende, tegenstrijdige belangen. Dit gaat ten koste van de slagvaardigheid.

Gelijke rechten
Nozema heeft een contract met Broadcast Partners afgesloten waarin staat dat zenderoperators voortaan vrij gebruik moeten kunnen maken van elkaars opstelpunten, masten en zelfs antennesystemen. Op deze manier heeft de concurrent alle mogelijkheden gekregen om vrij te kunnen concurreren. Nu Nozema zelf nog. Want Nozema heeft veel meer last van allerlei restricties dan haar enige concurrent. Die kan vrij kiezen welke elementen zij zal gebruiken uit de infrastructuur die Nozema in de afgelopen decennia heeft opgebouwd. Zo kan Broadcast Partners profiteren van het werk van Nozema. Van een eerlijke concurrentie kan zo dan ook geen sprake zijn. Merkwaardig genoeg schreeuwt Broadcast Partners nog altijd moord en brand over een zogenaamde ‘bevoorrechte’ positie van Nozema. Ten onrechte suggereert Broadcast Partners dat Nozema de publieke omroepen als klant heeft omdat het een staatsbedrijf is. De publieke omroepen zijn – net als de commerciële partijen – vrij om een zenderoperator te kiezen. Wel is er sprake van langlopende contracten, als gevolg van het feit dat het opzetten van een netwerk enorme investeringen met zich meebrengt. Op dit moment tekenen de commerciële omroepen nieuwe contracten met de zenderexploitanten en in 2004 lopen de contracten met de publieke omroepen af.

Voldoende concurrentie
De concurrent vindt dat de overheid Nozema moet opsplitsen, waarbij de infrastructuur in handen komt van een derde partij. Feitelijk is er al lang sprake van een opsplitsing, namelijk die van distributie en content (programma’s). Nozema en Broadcast Partners hebben niets met de inhoud van de signalen te maken die zij door de ether versturen. Naast de vraag of het verstandig is om een nieuw staatsbedrijf op te richten, is de vraag wat er bereikt wordt met het nog een keer opsplitsen van de distributie. Op dit moment kunnen de zenderoperators zelf opstelpunten vinden/verwerven. Dit hoeven niet alleen bestaande masten te zijn. Plaats voor nieuwe antennes wordt gevonden op hoge gebouwen, elektriciteitsmasten, schoorstenen, reclameborden, enzovoorts. Bovendien, door het delen van opstelpunten maken beide partijen nu al gebruik van dezelfde masten. Er is dus al lang sprake van een zogeheten ‘level playing field’. Het opsplitsen van netwerkoperators heeft echter nog een negatief effect: het verzwakt de concurrentiepositie van de ethernetwerken ten opzichte van andere netwerken waarmee televisie en radio worden uitgezonden. Bij de distributie van televisiesignalen is kabel veruit de grootste met een marktaandeel van 91 procent, tegen 3 % voor Nozema. Opsplitsing betekent dat Nozema niet in staat zal zijn om concurrerende infrastructuren op te zetten voor het uitzenden van bijvoorbeeld digitale radio en televisie.

Kabel, satelliet en internet
Waarom maakt Nozema zich druk over haar verzelfstandiging? Zij heeft immers een groot deel van de markt in handen en er is tot nu toe slechts één concurrerende zenderoperator op de Nederlandse markt. Echter, Nozema staat onder toezicht van de overheid en dit komt de slagvaardigheid niet ten goede. Zelfstandigheid betekent dat het bedrijf een eenkoppig bestuur krijgt, in plaats van een complete raad die toezicht houdt. Dit helpt Nozema om te concurreren in de ether en ook met andere infrastructuren waarmee radio en televisie worden doorgegeven, zoals kabel, satelliet en internet. Deze infrastructuren worden bediend door verschillende, met elkaar concurrerende commerciële aanbieders. Kortom er is voldoende concurrentie: zowel binnen netwerken als tussen netwerken.

Waarom (g)een privatisering?
Nozema is het enige Nederlandse staatsbedrijf voor elektronische communicatienetwerken. Voor de overheid is op deze markt geen ondernemersrol meer weggelegd. De overheid aarzelt echter, want de ervaringen met het privatiseren van overheidsbedrijven zijn vaak negatief. Vooral als bedrijven een monopoliepositie hebben, willen privatiseringen nog wel eens tot slechtere dienstverlening en hogere prijzen leiden. Als bedrijven echter voldoende concurrenten hebben (zoals Nozema), dan is dit risico niet aanwezig. Voor Nozema is het van levensbelang dat zij zich 100 procent op de klant kan richten, ongehinderd door een overheid die een flinke vinger in de pap wil blijven houden.

Toekomst
De ontwikkelingen dwingen het nieuwe kabinet tot snel handelen: de behoefte aan communicatienetwerken neemt toe, de vraag naar mastruimte en zendcapaciteit eveneens, en de bestaande netwerken worden op dit moment gedigitaliseerd. Al deze ontwikkelingen vragen niet alleen grote investeringen, maar ook een zelfstandige organisatie die de slag aan kan met grote gevestigde infrastructuren zoals de kabel. Bovendien wordt de wereld elke dag kleiner en ook vanuit het oogpunt van internationale concurrentie is het wenselijk dat Nozema zo snel mogelijk verzelfstandigd wordt. Ook de klanten van Nozema komen steeds vaker uit het buitenland. Die huiveren vaak bij het idee dat zij te maken hebben met een staatsbedrijf, in plaats van een commerciële partner. Daar komt nog bij dat Nozema zelf ook buiten Nederland opdrachten wil verwerven.

Kortom, de overheid moet haar belangen zo snel mogelijk ontstrengelen en het uitzenden van radio en televisie overlaten aan de markt. En niet één organisatie aan het lijntje houden, terwijl de concurrenten (ether, kabel, satelliet en internet) zelfstandig en ongehinderd hun mogelijkheden kunnen vergroten. Hopelijk maakt het nieuwe kabinet af waar Paars II aan begonnen is: de verzelfstandiging van Nozema. Erg veel moeite kost dit niet. De wet hoeft alleen te worden doorgestuurd naar de koningin: het laatste stapje op de weg die is ingeslagen door het vorige parlement.

Door: Erik van Stokkom, Nozema N.V.