De Vrije Universiteit Amsterdam (VU) en de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) hebben gezamenlijk acht ton ontvangen om vijf jaar lang te onderzoeken hoe de journalistieke praktijk beter tegemoet kan komen aan het consumeren van nieuws. “Het onderzoek moet de sleutel vormen tot de manier waarop we journalistiek bedrijven in de toekomst.”
Universiteiten en redacties slaan handen ineen
Het onderzoeksproject speelt zich niet alleen af op de universiteit, maar ook bij gebruikers thuis en op het werk, en op redacties van de Persgroep, de Noordelijke Dagblad Combinatie en actualiteitenprogramma’s van de Publieke Omroep. Deze organisaties dragen een kwart van de financiering bij. Het andere deel komt van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
‘Gedragspatronen grotendeels onbekend’
“Vroeger moesten mensen op vaste tijden het nieuws tot zich nemen”, begint Marcel Broersma. Hij is hoogleraar Journalistieke Cultuur en Media aan de RUG en staat samen met hoofdaanvrager Irene Costera Meijer, hoogleraar Journalistiek aan de VU, aan het roer van het project. “Men moest het doen met de krant in de ochtend en het Journaal in de avond. Nu kan nieuws consumeren op ieder moment van de dag.”
Digitalisering heeft volgens de wetenschappers een enorme impact op de manier waarop we de actualiteiten tot ons nemen. Costera Meijer legt uit dat het snel even checken van het laatste nieuws op een app zo’n verandering in gedrag is. “Dat is heel iets anders dan een krant lezen.” De patronen binnen dat gedrag zijn grotendeels onbekend. “Wie wil welk nieuws, wanneer, waar en waarom? We weten er eigenlijk maar heel weinig vanaf”, zegt Broersma.
Met dit project willen ze het gebruik van nieuws in kaart brengen. Ze denken dat de bevindingen redacties helpen bij het verbeteren van producten en bij het ontwikkelen van nieuwe manieren van journalistiek die aansluiten bij wat de hedendaagse nieuwsconsument wil. Costera Meijer voegt eraan toe dat het ook gaat om de technologie: “Hebben mensen bepaalde ergernissen of verwachtingen als ze een nieuwsapplicatie gebruiken? Het hele spectrum van gemak komt aan bod.”
Veel clicks op oppervlakkig nieuwtje
Eerder was gebrek aan kennis over de manier waarop we nieuws consumeren niet zo’n probleem. “Lezers kwamen toch wel”, zegt Broersma. Maar van een monopoliepositie is in het nieuwe medialandschap nog zelden sprake. Het is vechten om publiek: “Kranten verliezen lezers aan het internet. Economisch gezien is het dus waardevol je aan te passen.” Voor de publieke omroep vindt Broersma het simpelweg de taak om een zo breed mogelijk publiek te bedienen.
Journalisten doen volgens Costera Meijer wel pogingen het sentiment bij hun publiek te meten, maar `ze hebben opvattingen die niet staven met de werkelijkheid’. Zo zouden ze de interesse in de actualiteit afleiden van het aantal clicks op een nieuwsitem. Veel clicks op een oppervlakkig nieuwtje zou duiden op een afname in de belangstelling. Dat kan een verkeerde interpretatie zijn: “Het aantal clicks kan ook een behoefte aan entertainment reflecteren.”
Aanwezigheid op redacties
Onderzoekers zullen fysiek aanwezig zijn op de redacties van de deelnemende media-organisaties. “Het voordeel daarvan is dat we bevindingen voortdurend in de praktijk kunnen meenemen en testen”, vertelt Costera Meijer. “We gaan na wat mensen willen, wat journalisten willen en of die twee met elkaar corresponderen.”
Die samenwerking met de journalistieke praktijk is vrij uniek. En de bereidheid van journalisten om zich te informeren over wat de gebruiker wil, volgens Broersma, des te meer. Ze zouden behoorlijk `huiverig’ zijn rekening te moeten houden met de wensen van hun publiek. “Dat staat op gespannen voet met de professionele onafhankelijkheid.”
Toch toonden de deelnemende organisaties zich enthousiast. “Zij realiseren zich ook dat inzicht cruciaal is en dat ze nog maar weinig weten.” Het nieuwsgebruik van lezers en kijkers wordt in kaart gebracht met nieuwe methodes als trackers in telefoons en laptops. Daarnaast worden meer traditionele methodes als etnografische observaties en interviews gebruikt.
Snelle ontwikkelingen
Ontwikkelingen op het gebied van digitalisering staan nooit stil. Zitten we het ene jaar massaal op Hyves, moeten we er een paar jaar later niets meer van weten. Heeft het wel zin om het gebruik van digitaal nieuws in kaart te brengen? Costera Meijer ziet het probleem niet: “Er verandert misschien wel veel, maar de grote onderliggende veranderingen in nieuwsgebruik, zoals het delen en aanvullen van nieuws en het becommentarieren ervan, zijn na hun introductie relatief constant gebleven.”
Mochten er nieuwe platforms opduiken dan nemen de onderzoekers het mee in het onderzoek. Bovendien worden de resultaten ieder jaar gerapporteerd en komen nieuwe inzichten op een website te staan zodat journalisten er direct iets mee kunnen.
Onderzoek moderniseert journalistiek
Het project zal, volgens de onderzoekers, een kennisgat dichten en de journalistiek moderniseren. “Het is sterk op de toekomst gericht”, zegt de hoogleraar van de VU. “Er zijn enorm veel mogelijkheden met techniek, maar het lijkt te ontbreken aan creativiteit en deskundigheid bij de redacties om hier journalistiek gezien het beste van te maken.”
Of de bevindingen het vakgebied ook drastisch gaan veranderen weet Broersma niet. Hij hoopt vooral op resultaten waar redacties iets mee kunnen, `zodat het project een bijdrage kan leveren aan levensvatbare journalistiek’. [Persinnovatie/Radio.NL]