De directeur van het Iraakse tv-station Shaabiya, wiens bestuursvoorzitter en tien medewerkers donderdag bij een overval werden vermoord, heeft vrijdag gezegd dat hij de andere bestuursleden zal voorstellen de zender naar een ander Arabisch land te verplaatsen om van daaruit naar Irak te blijven uitzenden. Volgens de directeur, Hassan Kameel, was de overval bedoeld om anderen die werkzaam zijn bij de nieuwsmedia bang te maken en te zorgen dat zij niets onwelgevalligs publiceren.
Kamil zei niet te begrijpen waarom Shaabiya als doelwit was gekozen, omdat er zowel soennieten als sjiieten als Koerden werken. De vermoorde bestuursvoorzitter, Abdul-Raheem Nasrallah, was een sjiiet en stond aan het hoofd van de Beweging voor Recht en Vooruitgang, een seculier partijtje dat eind 2005 aan de verkiezingen meedeed, maar geen zetels won.
Er zijn aanwijzingen dat sjiieten verantwoordelijk zijn voor de overval. Sommigen van de ruim twintig overvallers droegen militaire uniformen, wat gebruikelijk is voor de sjiitische doodseskaders die de Iraakse hoofdstad onveilig maken. De regering, die mede verantwoordelijk wordt gesteld voor het optreden van de sjiitische bendes, zegt dat soennitische opstandelingen zich soms ook voordoen als politieagenten. Maar Shaabiya, dat kortgeleden is opgericht en eigenlijk nog proefdraaide toen de overval werd gepleegd, had ondanks zijn gemengde personeelsbestand onder sjiieten de reputatie van een soennitische zender.
Het aanhoudend geweld in Irak eiste vrijdag minstens achttien levens. Zes vrouwen en twee meisjes werden doodgeschoten terwijl zij groenten aan het plukken waren op een veld bij de overwegend sjiitische stad Suwayrah, ten zuiden van Bagdad. Twee andere meisjes werden ontvoerd.
In Hillah, 95 kilometer ten zuiden van Bagdad, ontplofte een bom op het hoofdkwartier van de politie van het ministerie van binnenlandse zaken. De commandant van de politie, Salami al-Maamouri, en een van zijn medewerkers kwamen om het leven en zeven medewerkers raakten gewond.
In Baqouba, 60 kilometer ten noordoosten van Bagdad, werden een vader en zijn twee zoons door onbekenden doodgeschoten.
In Noord-Irak kwamen bij een zelfmoordaanslag op een Iraakse legerpatrouille drie soldaten om en in Suwayrah werden de lijken gevonden van twee bewakers van een rioolwaterzuiveringsbedrijf.
Een uitgaansverbod dat elke vrijdag in Bagdad van kracht is, leek ervoor te zorgen dat het geweld daar beperkt bleef. Vrijdag werd ook een uitgaansverbod uitgevaardigd in de noordelijke stad Mosul nadat daar donderdag bij hevige gevechten tussen opstandelingen en de politie acht opstandelingen om het leven waren gekomen.
Bij Iskanderiyah, vijftig kilometer ten zuiden van Bagdad, wist de politie een aanslag te voorkomen. En politiepatrouille ontdekte een met explosieven geladen auto die langs de weg geparkeerd stond. Agenten sloten de weg voor verkeer af en knipten de draden door waarmee ongeveer 24 granaten verbonden waren met een batterij die verbonden was met een mobiele telefoon die als ontsteking moest dienen. [Novum/Radio.NL]